Uitspraak
10 februari 2021 in de zaak met BBZ nrs. CUR202000962 tot en met CUR202000967 in het geding tussen:
1.Procesverloop
21 januari 2021 heeft de Inspecteur zijn verweerschrift ingezonden bij het Gerecht.
2.Feiten
[Hof: [Belanghebbende] N,V., CUR202000962 t-m CUR202000967].
3.Geschil in hoger beroep
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van het Gerecht, met uitzondering van de beslissingen inzake het beroep inzake de naheffingsaanslag winstbelasting 2016 en de daarmee samenhangende verzuimboete en de beslissingen over de proceskosten en het griffierecht;
- wijst het geding terug naar het Gerecht ter verdere behandeling en beslissing met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt de Griffier op na het onherroepelijk worden van deze uitspraak het gehele dossier met een afschrift van deze uitspraak te zenden aan het Gerecht;
- gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf. 500 (hoger beroep) vergoedt, en
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor de hoger beroepsfase van NAf. 1.400.
mr. M.J. Leijdekker, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.C.M.J. Bucx als griffier. De beslissing is op 7 maart 2022 in het openbaar uitgesproken.