Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het verdere verloop van de procedure
3.De beoordeling
geenolieproducten op bij Bopec.
TSHR/PDVSA). Hierin staat:
purchasing agentvan Bariven. Zelfs als de letterlijke vertaling van deze term met ‘inkoper’ de juridische rol van PDVSA niet duidelijk zou maken – partij of vertegenwoordiger – blijkt uit de context onmiskenbaar dat PDVSA als inkoper de koop niet uit eigen naam sloot, maar als vertegenwoordiger van Bariven optrad (
on behalf of, and for the account). Daarbij kan nog buiten beschouwing worden gelaten dat ook in de Algemene Voorwaarden, waarvan TSHR op aanvraag kennis had kunnen nemen, duidelijk staat vermeld dat Bariven de koper (
buyer) is en dat PDVSA als haar vertegenwoordiger handelt (
represented … by its agent).
Crystallex/PDVSA). Hierin staat:
PDVSA c.s./CPZ c.s.). Hierin staat:
Huntington/Isla). Hierin staat (kennelijk):
bill of lading) uit 2017 betreffende een in de haven van Bonaire af te leveren partij olie waarop PPSA staat vermeld achter
consigned to/a la consignacion de.
user) op grond van een
warehousing and throughput agreement. Dit brengt niet alleen mee dat de olie waarop het beslag is gelegd, niet van Venezuela is, maar ook dat die olie ten tijde van de beslaglegging niet onder Bopec berustte in de zin van art. 475 lid 1 Rv, maar onder PPSA.
The oil produced in Venezuela belongs to the legal entity entitled to extract the oil.
four party agreementruimte biedt voor de uitleg dat PDVSA zich verbindt om olie van haarzelf of van PPSA te verkopen en te leveren, en dat zij slechts namens Venezuela optreedt in die zin dat zij die verbintenis aangaat om als derde een verbintenis van Venezuela na te komen of om te bewerkstelligen dat Venezuela een eigen verbintenis nakomt door PDVSA als derde olie te laten leveren. Ook de overige uitlatingen waarop Huntington een beroep doet, kunnen zo worden uitgelegd.
warehousing and throughput agreementop naam van PPSA staan, acht het Hof niet bewezen dat de beslagen olie (rechtstreeks) eigendom is van Venezuela. Een voldoende specifiek bewijsaanbod, in het licht van alles wat al is aangevoerd en overgelegd, is niet gedaan. De primaire stelling van Huntington wordt daarom verworpen.
Crystallex). Hierin staat op p. 6:
APS/Bariven en PDVSA). In dat vonnis heeft APS een beroep gedaan op onder meer een uitspraak van 14 mei 2004 van de Venezolaanse Consitutional Division of the Supreme Tribunal of Justice (Transporte SAET) en twee publicaties van de deskundige C.E.A. Sucre. Een Engelse vertaling van die uitspraak en die twee publicaties zijn bij de rechtbank Den Haag in het geding gebracht. In deze zaak bij het Hof is de vertaling van de uitspraak Transporte SAET in het geding gebracht (maar de publicaties van Sucre niet).
‘companies’(vergelijk: Gerechtshof Den Haag 30 mei 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:988, onder 4.18, in cassatie tevergeefs aangevallen in onderdeel 3). Voor zover de deskundige [deskundige 5] het tegendeel heeft willen betogen, acht het Hof dat niet overtuigend.
joint and several liability)door een ondeelbare schuld van de groep aan te nemen (
an indivisible obligation of the group), maar daarmee is niet gezegd dat de leden van de groep worden vereenzelvigd in die zin dat het identiteitsverschil in alle opzichten wordt weggedacht. De verschillende leden van de groep hebben nog steeds verschillende statuten, verschillende organen enz. Er kan uit de uitspraak niet worden afgeleid dat het identiteitsverschil ook in zoverre wordt weggedacht dat de leden van de groep geacht worden één gezamenlijk vermogen te hebben, en dat alle vermogensbestanddelen van ieder lid geacht worden vermogensbestanddelen van de ondeelbare groep te zijn. Er kan wel uit worden afgeleid dat een schuldeiser van een lid van de groep de schuld kan verhalen op de vermogens van alle leden van de groep, maar dat is wat anders. Als een schuldeiser zich kan verhalen op vermogensbestanddelen van een ander dan de schuldenaar, kan daaruit nog niet worden afgeleid dat de vermogensbestanddelen van de ander geacht worden vermogensbestanddelen van de schuldenaar te zijn.
Crystallex) legt geen gewicht in de schaal, omdat in die beslissing niet Venezolaans recht is toegepast.
Samruk/Ascom). Dat arrest is vernietigd bij HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2103. Het verwijzingshof heeft geoordeeld dat de in beslag genomen aandelen van Samruk weliswaar
‘property’van Kazachstan zijn in de zin van het VN-Verdrag, maar dat zij immuniteit genieten (Hof Den Haag 14 juni 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:977). Het cassatieberoep tegen dat arrest is verworpen in HR 22 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1281. Indien de in beslag genomen aandelen van Samruk
‘property’van Kazachstan zijn in de zin van het VN-Verdrag, betekent dat nog niet dat zij eigendom van Kazachstan zijn in de zin van het toepasselijke privaatrecht. In elk geval heeft Huntington onvoldoende gesteld om aan te nemen dat, indien in deze zaak moet worden aangenomen dat PDVSA misbruik maakt van haar bevoegdheid om haar juridische zelfstandigheid in te roepen, dit ertoe leidt dat de in beslag genomen olie privaatrechtelijk gezien moet worden als eigendom van Venezuela en dat de door Bopec afgelegde verklaring daarom onjuist moet worden geacht.