ECLI:NL:PHR:1997:AA2160
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Van Soest
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1990 en ambtelijk verzuim
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het gerechtshof te Arnhem van 19 april 1996. De belanghebbende, aangeduid als X, had in 1990 een optie tot aankoop van aandelen uitgeoefend en daaruit voordelen behaald. In zijn aangifte voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1990 meldde hij aanzienlijke rente-opbrengsten. De inspecteur van de Belastingdienst stelde echter dat deze voordelen als inkomsten uit niet in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden moesten worden aangemerkt, wat leidde tot een navorderingsaanslag. Het hof vernietigde deze navorderingsaanslag, wat de staatssecretaris tot cassatie noopte.
De Hoge Raad beoordeelt in deze zaak de vraag of de navorderingsaanslag terecht is opgelegd, met name in het licht van ambtelijk verzuim en de zorgvuldigheidseisen die de inspecteur in acht moet nemen. De conclusie van de procureur-generaal is dat het hof op goede gronden heeft beslist en dat het middel van de staatssecretaris faalt. De Hoge Raad bevestigt dat de inspecteur onvoldoende zorg heeft besteed aan de beoordeling van de aangifte van de belanghebbende, wat leidt tot de conclusie dat de navorderingsaanslag in strijd is met de beginselen van behoorlijk bestuur. De uitspraak van het hof wordt derhalve bevestigd.