ECLI:NL:PHR:2011:BQ7051
Parket bij de Hoge Raad
- L. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen veroordeling in kort geding tot betaling van bereddingskosten door verzekeraar
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een veroordeling in kort geding tot betaling van bereddingskosten door een verzekeraar. De Hoge Raad behandelt de kwestie van de stuiting van de verjaring van de vordering van SGS Nederland B.V. tegen Erasmus Verzekeringen B.V. en andere verzekeraars. De rechtbank te Rotterdam had eerder in een bodemprocedure beslist dat Erasmus B.V. en N.A.G. als gevolmachtigd agenten van de verzekeraars optraden. SGS stelde dat de dagvaarding in de bodemprocedure op 1 juli 2003 als stuitingshandeling gold, terwijl Erasmus c.s. aanvoerden dat de vordering was verjaard omdat zij geen aanmaning hadden ontvangen die stuitende werking had. De voorzieningenrechter had de vordering van SGS toegewezen, maar het hof bekrachtigde dit vonnis in hoger beroep. In cassatie werd de vraag aan de orde gesteld of de dagvaarding in de bodemprocedure stuitende werking had jegens Erasmus c.s. De Hoge Raad oordeelt dat de dagvaarding aan de gevolmachtigden is gericht en dat deze stuitende werking heeft, waardoor de verjaring van de vordering tijdig is gestuit. De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof en bevestigt dat de verjaring niet kan worden ingeroepen door Erasmus c.s. De conclusie van de A-G is dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het hof vernietigt.