ECLI:NL:PHR:2011:BR2824
Parket bij de Hoge Raad
- A.G. Knigge
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Verzoek om nader onderzoek ex. art. 330 Sv en de vereisten voor een gemotiveerde beslissing
In deze zaak gaat het om een verzoek tot nader onderzoek op basis van artikel 330 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 oktober 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BR2824) geoordeeld dat de beslissing op een verzoek, waarop de rechter ingevolge artikel 330 Sv op straffe van nietigheid een gemotiveerde beslissing moet geven, expliciet moet worden opgenomen in het verkorte vonnis of arrest. Dit is van belang, omdat het recht op een gemotiveerde beslissing essentieel is voor de rechtspositie van de verdachte. In deze zaak heeft de raadsvrouw van de verdachte tijdens de terechtzitting van 16 oktober 2009 verschillende verzoeken gedaan, waaronder het horen van getuigen en het completeren van het dossier met onderzoeksresultaten uit Colombia en Duitsland. De Hoge Raad oordeelt dat noch het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep, noch het verkorte arrest een zodanige gemotiveerde beslissing bevatte, waardoor de klacht van de verdachte slaagt.
De Hoge Raad verwijst naar eerdere rechtspraak waarin is vastgesteld dat de rechter verplicht is om op verzoeken van de verdachte een gemotiveerde beslissing te geven. Dit is niet alleen van belang voor de verdachte, maar ook voor andere betrokkenen, zoals het openbaar ministerie. De Hoge Raad benadrukt dat het verzuim om een gemotiveerde beslissing te geven, leidt tot nietigheid van het bestreden arrest. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de zaak moet worden vernietigd en terugverwezen naar het Hof voor herbehandeling. Dit arrest onderstreept de noodzaak voor rechters om zorgvuldig om te gaan met verzoeken van de verdediging en de verplichting om deze verzoeken gemotiveerd te behandelen.