ECLI:NL:PHR:2013:769

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
14 juni 2013
Publicatiedatum
12 september 2013
Zaaknummer
13/02234
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Civiel recht
Rechters
  • Mr. L. Timmerman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van cassatieverzoekschrift zonder ondertekening door advocaat

In deze zaak betreft het een schuldsaneringsprocedure waarbij cassatie is ingesteld door de verzoeker op 2 mei 2013. Het ingediende verzoekschrift voldeed echter niet aan de vereisten van artikel 426a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), omdat het niet was ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Dit gebrek in het cassatieverzoekschrift kon volgens de jurisprudentie (HR 10 juli 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI0773) binnen twee weken na indiening hersteld worden door een door een advocaat getekend exemplaar in te dienen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat, ondanks dat de advocaat op 2 mei 2013 door de griffie van de Hoge Raad op het gebrek is gewezen, er binnen de gestelde termijn van twee weken geen correctie is aangebracht. Hierdoor is het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkheid van het cassatieverzoek.

Conclusie

13/02234
Mr. L. Timmerman
Zitting 14 juni 2013
Conclusie inzake:
[verzoeker],
verzoeker tot cassatie
1. In deze schuldsaneringszaak is cassatie ingesteld middels een op 2 mei 2013 ter griffie van de Hoge Raad ingekomen verzoekschrift. Dit verzoekschrift voldoet niet aan de eisen van art. 426a lid 1 Rv omdat het niet is ingediend noch is getekend door een advocaat bij de Hoge Raad.
2. Uit HR 10 juli 2009, LJN BI0773 [1] volgt dat dit gebrek in cassatie kon worden hersteld door binnen twee weken na binnenkomst ter griffie van de Hoge Raad van het oorspronkelijke verzoekschrift een door een advocaat bij de Hoge Raad getekend exemplaar van datzelfde verzoekschrift ter griffie in te dienen. In dat geval zal als de dag waarop de zaak is aangebracht gelden de dag waarop het oorspronkelijke verzoekschrift is ingediend.
3. Ondanks het feit dat zijn advocaat op 2 mei 2013 telefonisch door de griffie van de Hoge Raad op het gebrek is gewezen, is binnen de termijn van twee weken geen door een cassatieadvocaat getekend exemplaar van het verzoekschrift ter griffie binnen gekomen.
Het cassatieberoep is derhalve niet-ontvankelijk [2] .
Conclusie
De conclusie strekt tot niet-ontvankelijkheid.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G

Voetnoten

1.HR 10 juli 2009, LJN BI0773 (NJ 2010, 212 m. nt. H.J. Snijders).
2.HR 27 januari 2012, LJN BU9887 (RvdW 2012, 193).