ECLI:NL:PHR:2013:BZ6511
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Knigge
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis met wijziging in bewezenverklaring in zaak van gewoontewitwassen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. Het Hof had eerder het vonnis van de Rechtbank Haarlem bevestigd, maar met een wijziging in de bewezenverklaring. De verdachte was veroordeeld voor het medeplegen van gewoontewitwassen. De Hoge Raad herhaalt in zijn arrest dat de appelrechter, zoals vastgelegd in artikel 423 van het Wetboek van Strafvordering, de mogelijkheid heeft om kennelijke schrijffouten in de bewezenverklaring te verbeteren. Dit houdt in dat de appelrechter de juiste inhoud van de bewezenverklaring kan vaststellen zonder dat dit leidt tot een ander oordeel over wat bewezen is.
De zaak betreft een verdachte die in de periode van 1 oktober 2009 tot 15 februari 2010 betrokken was bij het witwassen van geldbedragen, waarvan hij en zijn mededaders wisten dat deze afkomstig waren uit misdrijf. Het Hof had in zijn verkorte arrest de woorden 'gehad' en 'overgedragen' in de bewezenverklaring gewijzigd naar 'gehad en/of overgedragen'. De Hoge Raad oordeelt dat deze wijziging niet leidt tot een bevestiging van het vonnis, omdat het Hof met deze wijziging tot een andere bewezenverklaring is gekomen dan de Rechtbank. De Hoge Raad benadrukt dat een vonnis niet kan worden bevestigd als de appelrechter tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechter in eerste aanleg.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de middelen van cassatie falen en dat er geen gronden zijn voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en bevestigt de noodzaak voor een zorgvuldige behandeling van de bewijsvoering in hoger beroep, waarbij de rol van de appelrechter en de eisen van de wet in acht moeten worden genomen.