ECLI:NL:PHR:2016:1502
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Afstand van het aanwezigheidsrecht in hoger beroep en de rol van de verdachte en zijn advocaat
In deze zaak gaat het om de vraag of de verdachte op de hoogte was van het hoger beroep dat door de officier van justitie was ingesteld na zijn vrijspraak in eerste aanleg. De verdachte, die in eerste aanleg was vrijgesproken, had geen kennis genomen van het hoger beroep en was niet aanwezig bij de zitting in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de verdachte, ondanks zijn vrijspraak, rekening had moeten houden met de mogelijkheid dat de officier van justitie in hoger beroep zou gaan. De verdachte had maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat hij niet op de hoogte zou zijn van de zitting in hoger beroep. De advocaat van de verdachte had ook een actieve rol moeten spelen in het informeren van de verdachte over de voortgang van de zaak. De Hoge Raad concludeert dat de verdachte geen afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht, maar dat hij zelf onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht om op de hoogte te blijven van de procedure. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.