“
Witwassen Hongaarse gelden
Inleiding
Zoals hiervóór overwogen is het hof van oordeel dat [medeverdachte 7] op 19 maart 2010 de ABN-AMRO- bank heeft opgelicht en een deel van het daarmee verkregen geldbedrag van in totaal € 5.279.000,- heeft overgemaakt naar twee bankrekeningen in Hongarije. Deze bankrekeningen staan op naam van [B] en [C] , bedrijven van [verdachte] .
Op 22 maart 2010 wordt [verdachte] (in een andere zaak) aangehouden, en verblijft vervolgens in beperkingen waardoor [medeverdachte 7] en/of de anderen betrokken bij het witwassen van deze dóór oplichting verkregen gelden geen contact met hem kunnen opnemen, over de afwikkeling van bovengenoemde stortingen.
[verdachte] heeft verklaard dat hij midden 2009 twee vennootschappen in Hongarije heeft verkregen, door overname ( [C] ) en oprichting ( [B] ). [verdachte] is directeur enig aandeelhouder van [C] en [B] . Beide ondernemingen hebben een internet-bankrekening bij de OTP-bank in Hongarije. Dit internetbankieren is [verdachte] zelf nooit gelukt, maar [betrokkene 1] (het hof begrijpt verder [betrokkene 1] ) heeft het wel eens voor hem gedaan. [verdachte] maakte op het bedrijf bij [betrokkene 1] gebruik van een computer. [betrokkene 1] moet [verdachte] met de rekeningen in Hongarije helpen. Er was daar een papiertje voor nodig met een ID-code en dat lag bij [betrokkene 1] .
[betrokkene 1] bevestigt in zijn verklaring dat [verdachte] op zijn kantoor altijd de PC op de eerste verdieping gebruikte. Op 20 maart 2010 vroeg [verdachte] of hij in de computer mocht kijken.
[verdachte] logde in op de site van de OTP-bank. Er kwamen sms-berichten van de bank met ID-codes binnen. [verdachte] vertelde dat hij van plan was de komende week naar Hongarije te gaan.
Zoals hiervoor in het arrest opgenomen acht het hof bewezen dat [medeverdachte 7] de ABN AMRO-bank op 19 maart 2010 heeft opgelicht. Het geldbedrag dat hij daarmee verkreeg, ontving hij op de rekening van [betrokkene 3] . Eveneens op 19 maart 2010 heeft [medeverdachte 7] dit bedrag verder doorgeboekt naar Hongarije (aangifte 1, zaak [betrokkene 3] ). Het ging om in totaal € 5.279.000,00, bestaande uit een deel van € 2.849.000,- overgemaakt aan [B] en een deel van € 2.430.000,- aan [C] .
In de dagen rond deze overboekingen, hebben de volgende bel- en smscontacten plaatsgevonden.
Op 18 maart 2010
Gesprek, beller [verdachte] , gebelde [medeverdachte 5] .
(...) [medeverdachte 5] zegt dat hij wilde weten of het allemaal gelukt was. [verdachte] zegt dat het
allemaal voor elkaar is.
Op 19 maart 2010
Gesprek, beller [verdachte] , gebelde [betrokkene 2] .
[betrokkene 2] : Vandaag zou het dan gebeurd zijn?
[verdachte] : ja, morgenvroeg, maar ik heb nog wat gegevens nodig. (...)
[betrokkene 2] : bankrekening en naam of (ntv)
[verdachte] : bankrekeningnummer met de code erbij en even de naam van de
firma
[betrokkene 2] : doe ik.
[verdachte] : dan wordt het maandag naar die kant opgestuurd.
Sms-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte 5] .
Ze zijn er klaar voor in […]
Sms-bericht van [verdachte] aan [betrokkene 2] .
Kijk mail laat even weten geen gevaar komt van mijn rekn uit hong
Sms-bericht van [medeverdachte 5] aan [verdachte]
Ik heb ook een andere poes als het moet
Sms-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte 5]
Is die mooier dan die kater
Sms-bericht van [medeverdachte 5] aan [verdachte]
Betrouwbaar en niet zo duur
Op 20 maart 2010
Sms-bericht van [betrokkene 2] aan [verdachte]
Ja ik denk dat ik iemand heb maar nog geen rekening maar kan maandag
Gesprek, beller [medeverdachte 5] , gebelde [verdachte]
[medeverdachte 5] zegt dat [verdachte] niet tegen die gasten moet zeggen dat we op en neer gaan
he? [verdachte] zegt dat hij dat niet doet.
Sms-bericht van [verdachte] aan [D] BV [plaats]
[betrokkene 1] alles oke morgen kC/jken bij je
Sms-bericht van [medeverdachte 5] aan [verdachte]
Is het bootje al klaar want dan kunnen de bankjes er weer in want die zijn
klaar gr
Sms-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte 5]
Kan nog niet zien of de bankjes passen
Gesprek, beller [verdachte] , gebelde [betrokkene 4]
: is het gelukt
[verdachte] : ja (...)
[betrokkene 4] : staat er ook al op, heb je het gezien?
[verdachte] : nee kan ik nog niet zien, maandag pas he.
Gesprek, beller NN- [naam] , gebelde [verdachte]
zegt dat hij woensdag voor 6 dagen naar Indonesië gaat.
Op 21 maart 2010
Sms-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte 5]
Nog niet in de boot morgen vroeg nog een keer passen
Sms-bericht van [medeverdachte 5] aan [verdachte]
Oke hoor het wel! Heb je er nog over gedacht er heen te gaan
Sms-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte 5]
Gaan wel maar moet in de boot zijn
[betrokkene 2] heeft verklaard dat [verdachte] hem heeft gezegd dat zijn bedrijf miljoenen ging verdienen, dat hij met dit geld geen kant op kon en dat hij aan [betrokkene 2] heeft gevraagd een bankrekening in Indonesië te regelen waar [verdachte] het geld naartoe zou kunnen overmaken. [verdachte] , de eigenaar van deze Hongaarse bedrijven en degene die toegang had tot de rekeningen, werd - als reeds opgemerkt - op 22 maart 2010 (voor een andere zaak) aangehouden en zat vanaf dat moment gedetineerd. De administratieve (bank)gegevens van de rekeningen van die Hongaarse bedrijven lagen op het kantoor van [betrokkene 1] te [plaats] . Een groep personen, onder wie [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] heeft in de daaropvolgende periode vanaf 30 maart 2010 meermalen bezoeken gebracht aan [betrokkene 1] . Het was deze groep te doen om geld; zo blijkt uit de verklaring van [medeverdachte 3] , en om de genoemde gegevens, kennelijk om over de rekening van de bedrijven te kunnen beschikken. Deze gegevens hebben zij van [betrokkene 1] ontvangen. Daarna is de groep nog meermalen bij [betrokkene 1] langsgegaan om hem assistentie te vragen bij het digitaal overboeken van bedragen van de rekening.
De provider heeft de voor de overboekingen vereiste dubbele simkaart van de telefoon die bij [verdachte] in gebruik was, eerst op 3 april 2010 afgegeven. Na die datum zijn nog bezoeken aan [betrokkene 1] gevolgd en hebben van 11 april 2010 tot en met 28 april 2010 daadwerkelijk overboekingen van de rekening van de bedrijven plaatsgevonden.
Het oordeel van het hof
Dat [verdachte] wist dat geldbedragen op zijn rekeningen zouden worden overgemaakt, leidt het hof af uit de weergegeven tapgesprekken die daarop duiden, in combinatie met de verklaring van getuige [betrokkene 2] .
[verdachte] heeft derhalve de Hongaarse rekeningen van zijn bedrijven beschikbaar gesteld met het doel daarop geldbedragen te ontvangen. Deze geldbedragen zijn naar deze rekeningen overgeboekt nog voordat hij gedetineerd raakte. Daarmee heeft hij deze bedragen voorhanden gehad. Het hof acht ook bewezen dat [verdachte] van de criminele herkomst van dit geldbedrag op de hoogte was. Het gaat hier om een geldbedrag van in totaal ruim € 5 miljoen. De overboekingen van dergelijke grote bedrag naar rekeningen van zijn twee bedrijven in Hongarije zonder dat daarvoor een aanwijsbare economische grondslag aanwezig was, roept zonder meer vragen op over de herkomst en rechtvaardigt een vermoeden van witwassen. Evenmin heeft [verdachte] een verklaring afgelegd die zijn goede trouw een begin van aannemelijkheid zou kunnen geven. Dat, zoals hij ter terechtzitting in hoger beroep - naar de kern - heeft verklaard, het geld afkomstig zou zijn van Duitse investeerders waarvan hij de namen niet kende acht het hof ongeloofwaardig, alsook dat hij te goeder trouw is afgegaan op [betrokkene 1] in welk verband wordt gewezen op de verklaring van [betrokkene 2] dat [verdachte] gezegd zou hebben dat [verdachte] geen kant op kon met dit door zijn bedrijf verdiende geld, alsmede op de hiervoor weergeven inhoud van de (in versluierd taalgebruik) gevoerde telefoongesprekken en sms-berichten. Dat het daarbij zou gaan om bankjes in een boot en bij de “poes” om een vrouw, zoals ter terechtzitting in hoger beroep door [verdachte] is verklaard, is eveneens ongeloofwaardig temeer indien gekeken wordt naar het geheel van de communicatie.
Het hof acht dan ook witwassen bewezen. Tegelijkertijd heeft [verdachte] van het geldbedrag de werkelijke aard en herkomst verhuld. Door de geldbedragen op de rekeningen van zijn twee bedrijven te ontvangen, werd de werkelijke aard en herkomst versluierd. Deze omslachtige procedure kan zich ook slechts door dat kennelijke doel, het verhullen van die criminele herkomst, laten verklaren.
Uit de bewezenverklaring noch het feitencomplex kan volgen dat sprake is van het maken van een gewoonte van witwassen. Daarvan zal het hof [verdachte] dan ook vrijspreken.”