Voetnoten
1.Brief van de staatssecretaris d.d. 15 februari 2017, Reactie naar aanleiding van petitie ‘Kom in beweging voor levenslang’, nr. 2042814.
2.Zie met namen W.F. Van Hattum, De Hoge Raad en het reviewmechanisme. Een misplaatste uitnodiging aan levenslanggestraften om re-integratieactiviteiten te ontplooien, NJB 2018/691 en J.A.A.C. Claessen, De levenslange gevangenisstraf in Nederland anno 2018, TPWS 2018/22.
3.Ik volsta hier met een verwijzing naar de bespreking hiervan in de uitvoerige conclusies van AG Machielse voorafgaand aan de arresten van de Hoge Raad HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1325, NJ 2016/348 m.nt. T. Kooijmans (tussenarrest) en HR 19 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3185. 5.Met vermelding van voetnoten die in deze conclusie onder eigen nummering zullen worden opgenomen.
6.Verwezen wordt naar: Stcrt. 2016, 65365.
7.Verwezen wordt naar: Stcrt. 2017, 32577.
8.Verwezen wordt naar: Stcrt. 2017, 48627.
9.Art. 1, aanhef en onder g, Besluit ACL.
10.Art. 4, tweede lid, Besluit ACL.
11.Art. 12, tweede en derde lid, Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden en Toelichting, Stcrt. 2017, 48627, p. 5-6.
12.Art. 4, vijfde lid, Besluit ACL.
13.Art. 5, eerste lid, en 9 Besluit ACL.
14.Art. 12, derde lid, Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden.
15.Art. 1, aanhef en onder f, Besluit ACL en Toelichting, Stcrt. 2016, 65365, p. 4.
16.Toelichting, Stcrt. 2016, 65365, p. 4.
17.Art. 4, derde lid, Besluit ACL.
18.Art. 4, eerste lid aanhef en onder b en d, Besluit ACL en Toelichting, Stcrt. 2017, 32577, p. 2.
19.Vgl. art. 4, eerste en tweede lid, 5, vierde lid, 6, 7 en 19, eerste lid, Gratiewet.
20.Art. 7, eerste lid, Gratiewet.
21.Vgl. art. 5, leden 1 en 2, Gratiewet.
22.Vgl. in dit verband EHRM 13 november 2014, nr. 40014/10, Bodein tegen Frankrijk, § 61.
23.Art. 4, eerste lid aanhef en onder b en d, Besluit ACL.
24.Kamerstukken II 2015/16, 29 279, nr. 338, p. 22 en Kamerstukken II 2016/17, 29 279, nr. 366, p. 10, 16.
25.Kamerstukken II 2016/17, 29 279, nr. 354, p. 2 en Kamerstukken II 2016/17, 29 279, nr. 366, p. 8, 15.
26.Vgl. EHRM 17 januari 2017, nr. 57592/08, Hutchinson tegen Verenigd Koninkrijk, § 59-65 en EHRM 23 mei 2017, nr. 22662/13, 51059/13, 58823/13, 59692/13, 59700/13, 60115/13, 69425/13 en 72824/13, Matiošaitis en anderen tegen Litouwen, § 168.
27.Art. 7, tweede lid, Besluit ACL.
28.Vgl. Kamerstukken II 2015/16, 29 279, nr. 338, p. 20 en Toelichting, Stcrt. 2016, 65365, p. 6-7.
29.Kamerstukken II 2016/17, 29 279, nr. 366, p. 16, waarin wordt verwezen naar het arrest van het Hof Den Haag van 5 april 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:952. 30.Vgl. EHRM 23 mei 2017, nr. 22662/13, 51059/13, 58823/13, 59692/13, 59700/13, 60115/13, 69425/13 en 72824/13, Matiošaitis en anderen tegen Litouwen, § 181, waarin onder "review" tevens wordt begrepen "the executive giving reasons".
31.Kamerstukken II 2016/17, 29 279, nr. 366, p. 16.
32.Toelichting, Stcrt. 2017, 48627, p. 6.
33.Verwezen wordt hierbij naar Jacobs, ‘Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslang gestrafte?’, NTM/NJCM-bull. 2017/15, p. 202; De Hoon, Fraser & Taylor, ‘Levenslange uitzichtloosheid in internationaal perspectief, NTM/NJCM-bull. 2017/16, p.l 18; Van Hattum, ‘Van gratie naar herbeoordeling. Over de verkorting van de levenslange gevangenisstraf, DD 2017/25, p. 251-252; RSJ 28 juni 2016, ‘Advies inzake voornemens tot wijziging van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf, kenmerk: RSJ/101/2765/2016/MK/BD en Gerechtshof Den Haag 11 oktober 2016, ECLI:NL:HR:GHDHA:2016:2971, ov. II.
34.Zie J. Silvis, Levenslang in perspectief gezet: binnen de ruime marges van het EVRM, Sancties 2018/23.
35.In zijn tussenarrest voorafgaand aan deze uitspraak, HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1325, NJ 2016/348 m.nt. T. Kooijmans, verwoordde de Hoge Raad het in rov. 3.3 zo: ”Aan de veroordeelde moeten mogelijkheden tot resocialisatie worden geboden voordat de herbeoordeling 36.Zie hiervoor ook de conclusie AG Harteveld in een van de Passagezaken waarin ook cassatieklachten zijn geformuleerd met betrekking tot de opgelegde levenslange gevangenisstraffen, ECLI:NL:PHR:2018:1389, onder 28.5-28.14. 37.W.F. van Hattum, De Hoge Raad en het reviewmechanisme. Een misplaatste uitnodiging aan levenslanggestraften om re-integratieactiviteiten te ontplooien, NJB 2018/691.
38.J.A.A.C. Claessen, De levenslange gevangenisstraf in Nederland anno 2018, TPWS 2018/22.
39.Zie Claessen, a.w. die onder het kopje “Kritische reflectie”.
40.Zie ook J. Silvis, Levenslang in perspectief gezet: binnen de ruime marges van het EVRM, Sancties 2018/23.
41.Zie bijvoorbeeld Gerechtshof Den Haag 27 februari 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:320, waaruit kan worden afgeleid dat de toetsing door de civiele rechter bepaald geen wassen neus is. 44.Zie hiervoor ook de conclusie AG Harteveld in een van de Passagezaken waarin ook cassatieklachten zijn geformuleerd met betrekking tot de opgelegde levenslange gevangenisstraffen, ECLI:NL:PHR:2018:1389, onder 28.5-28.14. 45.EHRM 12 maart 2019, Petukhof tegen de Oekraïne, nr. 41216/13.
46.Zie pleitnotities van mr. Lut, aangehecht als bijlage VI bij het proces-verbaal ter terechtzitting hoger beroep van 26 en 27 oktober 2016, p. 3-21 en pleitnotities van mr. Lut, aangehecht als bijlage 2 bij het proces-verbaal ter terechtzitting hoger beroep van 22 februari 2018, p. 3-11. In de cassatieschriftuur wordt dit betoog integraal weergegeven.
47.Vgl. A.J.A. van Dorst, Cassatie in strafzaken, negende druk, Deventer: Kluwer 2018, p. 264-265.
48.Vgl. HR 21 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7805, rov. 3.3; HR 14 maart 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9353, rov. 4.3; HR 25 november 2003, NS 2004, 18, rov. 4.4; HR 26 juni 1984, NJ 1985/138, rov. 7.5 en Van Dorst 2018, p. 268. 49.Van Dorst 2018, p. 268.
52.Kamerstukken II 1989/90, 21345, 3, p. 11. Wat betreft de omvang van die ‘’rechtstreekse schade’’ heeft de jurisprudentie laten zien dat daar – anders dan ten aanzien van de kring van gerechtigden – niet al te strikt mee hoeft worden omgegaan, zie bijv. HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1522. 53.Zie Wet van 8 maart 2017, houdende implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU 2012, L 315), Stb. 2017, 90 en Stb. 2017, 128.
54.Dat volgt bijvoorbeeld ook uit de schakelbepaling van art. 51d Sv, hoewel doorgaans de personen genoemd in art. 51f Sv zullen vallen onder het begrip ‘slachtoffer’ als bedoeld in art. 51a Sv, zie T&C op art. 51d Sv, online bijgewerkt t/m 1 juli 2018.
55.Wat de kosten van lijkbezorging betreft, kunnen naast nabestaanden ook derden daarop aanspraak maken voor zover zij die kosten hebben gedragen, zie art. 6:108 lid 2 BW.
56.Zie Wet van 11 april 2018 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal van verplaatste schade door derden in het strafproces te bevorderen, Stb. 2018, 132 en Stb. 2018, 339.
57.Dit zijn personen als bedoeld in art. 6:107 lid 2 BW.
58.Art. 6:107 lid 1 onder a BW.
59.Stb. 2018, 132 en Stb. 2018, 339.
60.Voor wat betreft immateriële schade (‘ander nadeel’ als bedoeld in art. 6:106 BW) ging deze vordering tot 1 januari 2019 pas onder algemene titel over op de nabestaande wanneer het slachtoffer bij leven aan de aansprakelijke persoon heeft laten weten op vergoeding aanspraak te maken (art. 6:106 lid 2 oud BW).
61.Of anders gezegd: het slachtoffer zoals bedoeld in art. 51a lid 1 onder a sub 2 Sv. Nabestaanden zijn op grond van zojuist genoemde bepaling immers ook slachtoffer in de zin van de wet.
62.Voluit Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ.
64.Ook dat oordeel acht ik overigens niet onbegrijpelijk. Dat de raadsman er zelf een ander etiket aan heeft gegeven maakt dat niet anders.