ECLI:NL:PHR:2020:336

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
7 april 2020
Publicatiedatum
6 april 2020
Zaaknummer
18/02826
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraken in Haarlem: Medeplegen van (poging tot) gekwalificeerde diefstal met betrekking tot meerdere woningen

In deze zaak gaat het om woninginbraken in Haarlem, gepleegd door de verdachte en zijn medeverdachten in de nacht van 3 op 4 december 2014. De verdachte, geboren in 1988, werd samen met zijn medeverdachten aangehouden na een melding van een poging tot inbraak. Bij de aanhouding werden gereedschap en andere inbrekersmaterialen aangetroffen. De rechtbank Noord-Holland had eerder de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, wat door het hof werd bevestigd. De verdachte heeft cassatie aangetekend, waarbij twee middelen van cassatie zijn voorgesteld. Het eerste middel betreft de motivering van het medeplegen van de bewezenverklaarde feiten, terwijl het tweede middel zich richt op de strafmaat. De Hoge Raad oordeelt dat de bewijsvoering voldoende is om te concluderen dat er sprake was van medeplegen, en dat de opgelegde straf van acht maanden onvoorwaardelijk passend is gezien de ernst van de feiten. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en het hof.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer18/02826
Zitting7 april 2020
CONCLUSIE
T.N.B.M. Spronken
In de zaak
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de verdachte.

1.Inleiding

1.1.
Het gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 22 juni 2018 het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 17 augustus 2017 bevestigd. Daarbij is de verdachte veroordeeld wegens:
- onder 3 “diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd” en
- onder 4 “poging tot diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd”.
Aan hem is een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden opgelegd met aftrek van het voorarrest als bedoeld in art. 27 Sr. Voorts zijn de vorderingen van de benadeelde partijen [A] en [B] B.V. niet-ontvankelijk verklaard en is een schadevergoedingsmaatregel opgelegd ten behoeve van [B] B.V., een en ander zoals nader in het door het hof bevestigde vonnis is omschreven.
1.2.
Er bestaat samenhang met de zaken 18/03099 ( [medeverdachte 1] ) en 18/03171 ( [medeverdachte 2] ). In deze zaken zal ik vandaag ook concluderen.
1.3.
Het gaat in deze zaak en de samenhangende zaken kort gezegd om het volgende feitencomplex. Op 4 december 2014 omstreeks 02.45 uur ’s nachts kregen verbalisanten van de politie een melding binnen van een poging tot inbraak in een woning aan de [a-straat 1] te Haarlem. Even later werd op de [b-straat] te Haarlem een auto staande gehouden, waarvan het kenteken overeenkwam met het voertuig dat vlak daarvoor was weggereden bij de gemelde inbraak. Daarop werden de inzittenden, verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 2] , aangehouden. Bij beide verdachten werden gereedschap en schroeven aangetroffen tijdens de fouillering. Vervolgens werden, op aanwijzingen van de verdachte, de medeverdachten [betrokkene 1] en [medeverdachte 1] aangehouden bij een tweede auto op de [c-straat] .
Uit onderzoek bleek onder meer dat bij meerdere woningen in een nieuwbouwcomplex aan de [a-straat] de cilindersloten uit de voordeuren waren verwijderd en de groepenkasten waren weggenomen. Vervolgens werden na doorzoekingen in beide voertuigen meterkasten, (inbrekers)gereedschap en afgebroken cilindersloten aangetroffen, evenals een beschermkoffer voor een boormachine die wat betreft het typenummer en pasvorm overeenkwam met een AEG boormachine die was achtergelaten in een van de woningen aan de [a-straat] .
In het door het hof bevestigde vonnis heeft de rechtbank bewezen verklaard dat de verdachte in vereniging met de medeverdachten de (pogingen tot) woninginbraken aan de [a-straat] te Haarlem heeft gepleegd.
1.4.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mr. B. Kizilocak, advocaat te Rotterdam, heeft twee middelen van cassatie voorgesteld. Het eerste middel komt op tegen het onder 3 en 4 bewezen verklaarde ‘medeplegen’ van de (pogingen tot) woninginbraken. Het tweede middel bevat een klacht over een gevoerd uitdrukkelijk onderbouwd standpunt omtrent de strafmaat.

2.Het eerste middel

2.1.
Het middel komt op tegen de motivering van het medeplegen van de onder 3 en 4 bewezen verklaarde (pogingen tot) woninginbraken.
2.2.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 17 augustus 2017 bevestigd. In dat vonnis is ten laste van de verdachte onder 3 en 4 bewezenverklaard dat:

“Feit 3:
“ hij in de periode van 3 december 2014 tot en met 4 december 2014 te Haarlem telkens in het tijdvak tussen 00.00 uur en 02.45 uur, in een aantal na te melden woningen gelegen aan de [a-straat] , alwaar verdachte zich telkens buiten weten of tegen de wil van de rechthebbenden bevond, telkens tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
uit de woning aan de [a-straat 2] en
uit de woning aan de [a-straat 3] en
uit de woning aan de [a-straat 4] en
uit de woning aan de [a-straat 5] en
uit de woning aan de [a-straat 6] en
uit de woning aan de [a-straat 7] en
uit de woning aan de [a-straat 8] ,
heeft weggenomen
- de groepenkast,
toebehorende aan [B] , waarbij verdachte en/of zijn mededaders telkens zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak;
Feit 4:
hij in de periode van 3 december 2014 tot en met 4 december 2014 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zich telkens gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning bevindend, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbenden, tezamen en in vereniging met anderen, wederrechtelijk goederen van hun gading toebehorende aan [B] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en [betrokkene 4] en [betrokkene 5] toe te eigenen en zich daarbij de toegang tot de na te melden woningen te verschaffen door middel van braak, met dat oogmerk met zijn mededaders,
- zich heeft begeven naar de [a-straat] te Haarlem, en
- zich aldaar op de [a-straat] toegang heeft verschaft tot een nieuwbouwlocatie, en
- voordeuren van de percelen met huisnummers [a-straat 9] en [a-straat 1] en [a-straat 10] en [a-straat 11] heeft gepoogd te openen door telkens de cilinder van het slot van deze deur te verwijderen en/of onklaar te maken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.”
2.3.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:


Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 2] van 4 december 2014, p. 249-250:
“ Ik ben de bewoner van de woning aan de [a-straat 1] te Haarlem. Deze woning is ongeveer drie weken geleden opgeleverd in een nieuwbouwproject. (...) Wij hebben de woning gekocht van projectontwikkelaar [B] . (...) Omstreeks 02 00 uur (de rechtbank begrijpt: op 4 december 2014), lag ik in mijn bed samen met mijn vrouw. (…) Vanaf genoemd tijdstip hoorde ik geluiden alsof er geklust werd in de appartementen om die van ons heen. (…) Omstreeks 02.40 uur ging het ‘klus’ geluid over in zeer harde herrie. Ik realiseerde mij dat de harde geluiden in combinatie met hef tijdstip niet klopte. Mijn vrouw was inmiddels ook wakker geworden. Op dat moment zag ik voor mijn slaapkamerraam allemaal schimmen heen en weer lopen. Ik weet zeker dat het meerdere mensen waren maar ik kon met zien hoeveel het er waren. (...) Op dat moment hoorde ik dat er aan onze voordeur werd gezeten. Kennelijk was dit door de personen die voor mijn woning over de galerij heen en weer liepen. De geluiden klonken alsof er keihard op onze voordeur werd geslagen en gebonkt. Ik hoorde geen stemmen alleen maar harde geluiden. Op dat moment is mijn vrouw naar de woonkamer gelopen en is het alarmnummer van de politie gaan bellen. (...) In de gang bij mijn voordeur lag een stuk metaal. Ik realiseerde mij later dat dit een deel van de cilinder van het slot van de voordeur moest zijn. (...) Ik besloot op dat moment een zeer krachtige klap met mijn vuist tegen mijn voordeur te geven met de bedoeling om de mensen die voor mijn deur stonden te verjagen. Kennelijk hielp dit want de geluiden hielden meteen op. (...) Ik hoorde dat mijn vrouw in de woonkamer aan de andere zijde van de woning nog steeds in gesprek was met de politie. Ik hoorde haar door de telefoon zeggen dat zij twee auto’s zonder licht zag wegrijden. Ik hoorde haar ook zeggen dat ze daar ook politieauto’s zag.

Proces verbaal van verhoor getuige [betrokkene 3] van 4 december 2014. p, 252:
“ Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 02:50 uur, was ik in mijn woning gelegen aan de [a-straat 1] te Haarlem. (...) Kort daarna hoorde ik een krassend geluid. Vervolgens hoorde ik iets in de gang vallen. Ik zag dat het cilinder van het slot in de gang lag op ongeveer 4 à 5 meter vanaf de voordeur. Ondertussen had ik de politie al gebeld. Mijn man heeft vervolgens op de deur gebonkt waarna zij kennelijk zijn weggegaan. Kort daarna zag ik op de [c-straat] twee auto’s wegrijden in de richting van de [b-straat] zonder verlichting. Vlakbij de kruising deden zij de auto lichten aan. Vervolgens zag ik politie bij de auto’s.

Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 4 december 2014, p. 8:Naar aanleiding van een melding van een inbraak op de Truus Overstegenstraat te Haarlem, op donderdag 4 december 2014, omstreeks 02.45 uur, zijn wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , gereden naar de [b-straat] te Haarlem. (...) Ter hoogte van de [c-straat] kruisend met de [b-straat] , rijdend in westelijke richting, zagen wij een blauwkleurige Peugeot rijden met gedoofde verlichting. Wij hebben ons dienstvoertuig stilgezet voor dit voertuig zodat zijn doorgang werd geblokkeerd. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb de staandehouding middels mijn portofoon aan de meldkamer doorgegeven. Ik heb hierbij het kenteken, [kenteken 1] , doorgegeven. Wij hoorden dat de centralist van de meldkamer zei dat dit volgens de melder het kenteken was van het voertuig dat bij de inbraak was weggereden. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , ben naar de bestuurderszijde gelopen en heb het portier open getrokken. Ik zag dat er twee personen in het voertuig zaten, een op de bestuurdersstoel en een op de passagiersstoel. (...) Vervolgens heb ik de bestuurder aangehouden. (...) Tegelijkertijd werd door mij, verbalisant [verbalisant 2] de passagier aangehouden. (...) Bij beide verdachten werden gereedschap en schroeven aangetroffen tijdens de fouillering. Dit is inbeslaggenomen. Ook het voornoemde voertuig is in beslag genomen. (...)
Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] en [verbalisant 4] van 4 december 2014, p. 10-11:
“ Op donderdag 4 december 2014 omstreeks 02.48 uur waren wij, verbalisanten, ter plaatse aan de [c-straat] te Haarlem. Aldaar zagen wij collega’s [verbalisant 1] en [verbalisant 2] bij een voertuig met kenteken [kenteken 1] staan. Het betrof een blauwe Peugeot 307, Wij zagen dat zowel collega [verbalisant 2] als collega [verbalisant 1] een persoon uit de auto haalde. (…) Ik, verbalisant [verbalisant 4] , ben bij collega [verbalisant 2] gaan staan. De persoon waarbij collega [verbalisant 2] en ik stonden bleek later te zijn: [medeverdachte 2] geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] . Ik, verbalisant [verbalisant 3] , ben bij collega [verbalisant 1] gaan staan. De persoon waarbij collega [verbalisant 1] en ik stonden bleek later te zijn: [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] . Wij, verbalisanten, hebben [medeverdachte 2] en [verdachte] aangehouden. (...)
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , heb [verdachte] vervolgens in de transport bus geplaatst. Op het moment dat [verdachte] in de transport bus had plaats genomen hoorde ik, verbalisant [verbalisant 3] , [verdachte] met zachte stem tegen mij zeggen: “verderop in de straat staat een klein zwart autootje met daarin twee personen, een Corsaatje geloof ik, deze horen erbij”. Ik heb deze bevindingen vervolgens doorgegeven aan verbalisant [verbalisant 4] .
Op aanwijzen van verbalisant [verbalisant 3] ben ik, verbalisant [verbalisant 4] , samen met collega [verbalisant 5] en [verbalisant 2] de [c-straat] in gelopen op zoek naar een zwarte Opel Corsa. Na ongeveer dertig meter zag ik aan de rechterzijde van de [c-straat] een Opel Corsa met kenteken [kenteken 2] staan. Ik zag op de passagiersstoel van het voertuig een vrouw zitten. Ik zag dat de vrouw onderuitgezakt in de autostoel zat. Ik zag dat de autostoel naar achter gedraaid was.
Destoel stond zogezegd in
delig-stand. Ik zag dat de vrouw zich niet verroerde. Ik kreeg het gevoel dat de vrouw zich wilde verstoppen. De vrouw bleek later te zijn: [medeverdachte 1] geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] .
Ik heb het voertuig aan de bestuurderszijde benaderd. Ik zag naast het achterwiel, aan de bestuurderszijde van het voertuig, een man op zijn hurken zitten. De man bleek later te zijn: [betrokkene 1] geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] . Ik zag dat [betrokkene 1] schrok toen hij mij, verbalisant [verbalisant 4] zag. Ik zag dat [betrokkene 1] grote ogen kreeg en omhoog sprong. Ik riep naar [betrokkene 1] : “Laat je handen zien!” Hierop zag ik dat [betrokkene 1] zijn handen op de Opel Corsa plaatste. Hierop heb ik samen met collega [verbalisant 2] [betrokkene 1] aangehouden.
Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 6] van 4 december 2014, p. 12:
Op donderdag 4 december 2014 omstreeks 02:45 uur was ik verbalisant [verbalisant 6] gekleed in uniform en belast met de algemene assistentie surveillance. (...) Op, dag datum en tijdstip voornoemd kreeg ik via personeel van de Regionale Meldkamer Kennemerland, de opdracht om te gaan naar de [a-straat 1] , te Haarlem. Alhier zou een inbraak woning heterdaad plaatsvinden. Door diverse collega’s zijn in verband met deze melding een viertal aanhoudingen verricht. Ik, verbalisant, ben vervolgens naar genoemd adres gegaan. (...) Genoemd adres is gelegen in een nieuwbouw complex waarvan een aantal woning waarschijnlijk nog niet opgeleverd zijn. Perceel [a-straat 1] , is wel opgeleverd en toevallig waren de bewoners in de woning aanwezig.
Bij het onderzoek is het volgende gebleken:
- perceel [a-straat 8] , cilinderslot verwijderd
- perceel [a-straat 7] , cilinderslot verwijderd
- perceel [a-straat 6] , cilinderslot verwijderd
- perceel [a-straat 5] , cilinderslot verwijderd
- perceel [a-straat 4] , cilinderslot verwijderd
- perceel [a-straat 3] , voordeur open, cilinderslot lag bij de voordeur.
- perceel [a-straat 9] , gedeelte van een schroef afgebroken, cilinderslot nog in voordeur
- perceel [a-straat 2] , voordeur open, stoppenkast weg
- perceel [a-straat 10] , voordeur open, bij de stoppenkast lag een gedeelte van een slotentrekker, een boormachine en een verlengsnoer, toppenkast nog aanwezig echter wel getracht de stoppenkast weg te nemen.
- perceel [a-straat 1] , bewoners thuis, cilinderslot verwijderd
Ik, verbalisant, heb de slotentrekker, de boormachine en het verlengsnoer in beslag genomen.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] , namens [B] B.V., van 4 december 2014, p. 226-227:De woning aan de [a-straat 2] is eigendom van [B] omdat er nog geen overdracht heeft plaats gevonden. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 16.00 uur was er voor het laatst iemand van het bedrijf in de woning geweest. Op dat moment was alles intact en afgesloten. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 07:00 uur, zag ik dat de cilinder uit het slot van de voordeur was gehaald. Ik zag dat men in de woning was geweest. Ik zag dat uit de meterkast van deze woning de stoppenkast (groepenkast) in zijn geheel was weggenomen. De stoppenkast was professioneel uit de meterkast verwijderd. Daarna heeft men de woning verlaten.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] , namens [B] B.V., van 4 december 2014, p. 229-230:De woning aan de [a-straat 9] is eigendom van [B] omdat er nog geen overdracht heeft plaats gevonden. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 16.00 uur was er voor het laatst iemand van het bedrijf in de woning geweest. Op dat moment was alles intact en afgesloten. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 07:00 uur, zag ik dat men gepoogd had om de cilinder uit het slot van de voordeur te halen. Ik zag dat er een schroef in de cilinder. Meer dan vermoedelijk was deze afgebroken waardoor men de voordeur niet heeft kunnen openen. Men was niet in de woning geweest.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] , namens [B] B.V., van 4 december 2014, p. 231-232:De woning aan de [a-straat 3] is eigendom van [B] omdat er nog geen overdracht heeft plaats gevonden. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 16.00 uur was er voor het laatst iemand van het bedrijf in de woning geweest. Op dat moment was alles intact en afgesloten. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 07:00 uur, zag ik dat de cilinder uit het slot van de voordeur was gehaald. Ik zag dat men in de woning was geweest. Ik zag dat uit de meterkast van deze woning de stoppenkast (groepenkast) in zijn geheel was weggenomen. De stoppenkast was professioneel uit de meterkast verwijderd. Daarna heeft men de woning verlaten.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] , namens [B] B.V., van 4 december 2014, p. 234-235:De woning aan de [a-straat 4] is eigendom van [B] omdat er nog geen overdracht heeft plaats gevonden. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 16.00 uur was er voor het laatst iemand van het bedrijf in de woning geweest. Op dat moment was alles intact en afgesloten. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 07:00 uur, zag ik dat de cilinder uit het slot van de voordeur was gehaald. Ik zag dat men in de woning was geweest. Ik zag dat uit de meterkast van deze woning de stoppenkast (groepenkast) in zijn geheel was weggenomen. De stoppenkast was professioneel uit de meterkast verwijderd. Daarna heeft men de woning verlaten.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] , namens [B] B.V., van 4 december 2014, p. 237-238:De woning aan de [a-straat 5] is eigendom van [B] omdat er nog geen overdracht heeft plaats gevonden. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 16.00 uur was er voor het laatst iemand van het bedrijf in de woning geweest. Op dat moment was alles intact en afgesloten. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 07:00 uur, zag ik dat de cilinder uit het slot van de voordeur was gehaald. Ik zag dat men in de woning was geweest. Ik zag dat uit de meterkast van deze woning de stoppenkast (groepenkast) in zijn geheel was weggenomen. De stoppenkast was professioneel uit de meterkast verwijderd. Daarna heeft men de woning verlaten.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] , namens [B] B.V., van 4 december 2014, p. 240-241:De woning aan de [a-straat 6] is eigendom van [B] omdat er nog geen overdracht heeft plaats gevonden. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 16.00 uur was er voor het laatst iemand van het bedrijf in de woning geweest. Op dat moment was alles intact en afgesloten. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 07:00 uur, zag ik dat de cilinder uit het slot van de voordeur was gehaald. Ik zag dat men in de woning was geweest. Ik zag dat uit de meterkast van deze woning de stoppenkast (groepenkast) in zijn geheel was weggenomen. De stoppenkast was professioneel uit de meterkast verwijderd. Daarna heeft men de woning verlaten.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] , namens [B] B.V., van 4 december 2014, p. 243-244:De woning aan de [a-straat 7] is eigendom van [B] omdat er nog geen overdracht heeft plaats gevonden. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 16.00 uur was er voor het laatst iemand van het bedrijf in de woning geweest. Op dat moment was alles intact en afgesloten. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 07:00 uur, zag ik dat de cilinder uit het slot van de voordeur was gehaald. Ik zag dat men in de woning was geweest. Ik zag dat uit de meterkast van deze woning de stoppenkast (groepenkast) in zijn geheel was weggenomen. De stoppenkast was professioneel uit de meterkast verwijderd. Daarna heeft men de woning verlaten.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 6] , namens [B] B.V., van 4 december 2014, p. 246-247:De woning aan de [a-straat 8] is eigendom van [B] omdat er nog geen overdracht heeft plaats gevonden. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 16.00 uur was er voor het laatst iemand van het bedrijf in de woning geweest. Op dat moment was alles intact en afgesloten. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 07:00 uur, zag ik dat de cilinder uit het slot van de voordeur was gehaald. Ik zag dat men in de woning was geweest. Ik zag dat uit de meterkast van deze woning de stoppenkast (groepenkast) in zijn geheel was weggenomen. De stoppenkast was professioneel uit de meterkast verwijderd. Daarna heeft men de woning verlaten.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 7] , namens [betrokkene 4] , van 4 december 2014, p. 254-255:Ik doe namens benadeelde aangifte omdat hij met vakantie is. Benadeelde is eigenaar van de woning welke is gelegen aan de [a-straat 10] te Haarlem. Het betreft een nieuwbouwproject en men is nog bezig met verbouwen. Er woont dus nog niemand.
Ik werd op donderdag 4 december 2014, in de ochtend gebeld door de aannemer dat men een poging had gedaan om in te breken in de woning. Men heeft de cilinder uit het slot van de voordeur gehaald. Er was verder niets uit de woning weggenomen. Ik ben zelf op woensdag 26 november 2014, omstreeks 08:00 uur, voor het laatst in de woning geweest. Ik heb toen de woning afgesloten. Op dat moment was alles intact.
Proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 5] van 4 december 2014, p. 258:Ik ben eigenaar van de woning gelegen aan de [a-straat 11] te Haarlem. (…} Het betreft een nieuwbouwproject. Ik ben nog bezig met verbouwen en slaap daar nog niet. (…) Op woensdag 3 december 2014, omstreeks 22.00 uur, heb ik de voordeur van mijn woning afgesloten. Op dat moment was alles intact. Op donderdag 4 december 2014, omstreeks 09:15 uur, kwam ik bij mijn woning en zag ik dat er een schroef in het slot van mijn voordeur zat. Men heeft dus een poging gedaan om in mijn woning te komen. Hierbij heeft men getracht om de cilinder van het slot uit de voordeur te halen. De schroef zat in het slot en was waarschijnlijk afgebroken waardoor men niet in mijn woning kon komen. Ik kan er zelf ook niet meer in komen. Het slot zal eerst vervangen moeten worden voordat ik mijn woning weer in kan komen.
Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 7] van 4 december 2014, p. 19:Toen uiteindelijk alle verdachten en voertuigen waren vertrokken van de [c-straat] bleef ik achter op de plaats waar een (1) van de voertuigen van de verdachte geparkeerd had gestaan. Dit was omstreeks 03:00 uur en kort hierna, op genoemde datum.
Ik keek naar de grond en ik zag daar in het parkeervak op de klinkerbestrating enkele goederen liggen. Toen ik goed keek zag ik dat het om een bivakmuts, een paar handschoenen en een boorkop met een soort slotentrekker daarin ging. Ik realiseerde mij dat de genoemde goederen precies op de plek lagen waar ik even ervoor een (1) van de verdachten op zijn hurken had zien zitten. Hij zat gehurkt naast de auto bij het bestuurdersportier. Het betrof een Opel Corsa voorzien van kenteken [kenteken 2] . De gehurkte verdachte bleek later te zijn genaamd [betrokkene 1] . (…) De genoemde boorkop met slotentrekker leek sterk op de onderdelen van de boormachine die later in een (1) van de woningen aan de [a-straat] werden gevonden. Dit betreft de woning met perceelnummer [a-straat 10] . (…)
Proces-verbaal van bevindingen doorzoeken voertuigen van [verbalisant 8] en [verbalisant 9] van 5 december 2014, p. 21-26:Op 4 december 2014 hebben wij, verbalisanten, een onderzoek ingesteld in beide voertuigen en doorzocht op voor inbeslagname vatbare voorwerpen. Per voertuig is een overzicht gemaakt van de inbeslaggenomen goederen met daarbij de locatie van aantreffen.
Opel Corsa:- 2 usb sticks rood middelconsole
- 1 paar schoenen Bata achterbak
- 2 meterkasten achterbank
Peugeot 307:- TomTom one XL dashboardkast
- 1 paar schoenen met achterbak
rood-groene strepen
- 5 meterkasten achterbak
- Documenten dashboardkast
- Telescopische ladder achterbak
- Adidas rugzak Feyenoord achterbank
met inhoud: 3 boormachines,
1 zaag, 1 hamer, 1 pijpensnijder,
2 moersleutels, 1 ramentikker,
meerdere boren/moeren,
1 pakje Marlboro
- Waterpomptang zat in de Adidas rugzak
- Pijpentang zat in de Adidas rugzak
- 2 afgebroken cilindersloten zat in de Adidas rugzak
met schroef er nog in
- Waterpomptang zat in een Plus plastictas die voor de achterbank lag
Proces-verbaal van bevindingen herkomst boormachine van [verbalisant 10] van 6 december 2014, p. 27-29:Op zaterdag 6 december 2014 heb ik een onderzoek ingesteld naar de mogelijke herkomst van de in beslag genomen boormachine onder nummer 2014247641-350680. Dit betreft een boormachine van het merk AEG en was aangetroffen in perceel [a-straat 10] te Haarlem. Op donderdag 4 december 2014 heeft er een onderzoek plaatsgevonden in de Peugeot [kenteken 1] . In deze auto zijn verdachten [verdachte] en [medeverdachte 2] aangehouden. In de auto werd een lege koffer aangetroffen. (...) Dit betrof een beschermkoffer voor een boormachine. Vervolgens heb ik de aangetroffen boormachine AEG in de koffer geplaatst. Ik zag dat de boormachine perfect in de koffer paste. (…) Op de boormachine staat als type PN 3000 X2. (…) In de koffer trof ik een handleiding aan van het merk AEG met drie (3) type nummers erop, waaronder: Pneumatic 3000 X2.
Proces-verbaal telecom [medeverdachte 2] van [verbalisant 10] van 27 januari 2015, p. 35-38:Onder verdachte [medeverdachte 2] werd een mobiele telefoon, merk Samsung, aangetroffen en voor nader onderzoek overgedragen aan een forensisch rechercheur van het team digitale opsporing. Uit dit onderzoek werd bekend dat deze mobiele telefoon voorzien was van het Imeinummer [001] (de rechtbank begrijpt: [001] ). (...) Hieronder wordt, door middel van de zendmasten welke aangestraald werden door de Samsung voorzien van Imeinummer [001] , de route weergegeven welke verdachte [medeverdachte 2] heeft afgelegd in de nacht van woensdag 3 december 2014 op donderdag 4 december 2014. In de tabel is te zien dat verdachte [medeverdachte 2] zich verplaatst van Rotterdam (woonplaats verdachte [medeverdachte 2] ) naar Haarlem tot aan na de aanhouding op het politiebureau, gelegen aan de Koudenhorn 2 te Haarlem. (…)
Startdatum
Starttijd
Duur
Straat
Plaats
03-12-2014
21:15:51
40
KLEINPOLDERPLEIN 1
3042 CE ROTTERDAM
03-12-2014
22:37:30
1213
VREDENBURGCHWEG 174
2285 SE RIJSWIJK ZH
03-12-2014
23:19:11
1449
VREDENBURGCHWEG 174
2285 SE RIJSWIJK ZH
04-12-2014
00:12:55
2725
LAAN VAN OVERSTEEN 2
2285 SE RIJSWIJK ZH
04-12-2014
00:58:29
856
BOERHAAVELAAN 10
2035 RC HAARLEM
04-12-2014
01:12:56
888
TEYLERPLN 4
2032 NC HAARLEM
04-12-2014
02:12:57
896
BOERHAAVELAAN 10
2035 RC HAARLEM
04-12-2014
02:57:57
888
KOUDENHORN 2
2011 JC HAARLEM
Op 3 december 2014 heeft verdachte [medeverdachte 2] een (1) maal telefonisch contact gehad met verdachte [medeverdachte 1] .
Proces-verbaal uitgelezen mobiele telefoon [medeverdachte 2] van [verbalisant 10] van 26 januari 2015, p. 39-48:In de contactenlijst van de Samsung zag ik dat alle verdachten van dit onderzoek in de contactenlijst vermeld stonden. (…) Ik zag in de berichten van verdachte [medeverdachte 2] dat hij een gesprek heeft gehad met verdachte [betrokkene 1] . (…)
02-12-14 03:08:12 [medeverdachte 1] : [001]
02-12-14 03:13:06 [medeverdachte 2] : moete we ckr gaan
02-12-14 03:15:53 [medeverdachte 1] : Zijn kauloh veel daar
02-12-14 03:17:26 [medeverdachte 1] : [001]
02-12-14 03:17:35 [medeverdachte 1] : Die is boeing 21 ossos
02-12-14 03:17:43 [medeverdachte 1] : 13december open huis
02-12-14 03:20:34 [medeverdachte 2] : Dan gaan we morgen
02-12-14 16:31:33 [medeverdachte 1] : Kaise
02-12-14 18:46:12 [medeverdachte 2] : Kom
02-12-14 19:09:11 [medeverdachte 1] : Ai ik kom eraan
02-12-14 19:09:32 [medeverdachte 2] : Aii
03-12-14 01-01-42 [medeverdachte 2] : Bel
Proces-verbaal verkeersgegevens telefoon [betrokkene 1] van [verbalisant 10] van 27 januari 2015, p. 49-53:Onder verdachte [betrokkene 1] werden twee (2) mobiele telefoons, merken Nokia en Samsung, aangetroffen en voor nader onderzoek overgedragen aan een forensisch rechercheur van het team digitale opsporing. Uit dit onderzoek werd bekend dat deze mobiele telefoons voorzien waren van de Imeinummers: [002] (Nokia) en [003] (Samsung). (…) Hieronder wordt, door middel van de zendmasten welke aangestraald werden door de Samsung, voorzien van Imeinummer [003] , de route weergegeven welke de Samsung heeft afgelegd in de nacht van woensdag 3 december 2014 op donderdag 4 december 2014. In de tabel is te zien dat de Samsung zich verplaatst van Rotterdam (woonplaats verdachte [betrokkene 1] ) naar Haarlem tot aan na de aanhouding op het politiebureau, gelegen aan de Koudenhorn 2 te Haarlem. (…)
Startdatum
Starttijd
Duur
Straat
Plaats
03-12-2014
21:07:23
2683
BURG S JACOBPLN 51
3015 CA ROTTERDAM
03-12-2014
21:52:06
13
F NIGHTINGALESTR 42
2286 JN RIJSWIJK ZH
03-12-2014
21:53:10
22
LOEVESTEINLAAN 891
2533 CB ’S-GRAVENHAGE
04-12-2014
00:29:38
26
BOSPOLDER
2353 XZ LEIDERDORP
04-12-2014
01:21:12
1360
BOERHAAVELAAN 10
2035 RC HAARLEM
04-12-2014
01:44:41
1527
KOUDENHORN 2
2011 JC HAARLEM
04-12-2014
02:10:34
726
BOERHAAVELAAN 10
2035 RC HAARLEM
04-12-2014
02:23:05
301
DE WISTRAAT 4
2011 DV HAARLEM
04-12-2014
02:28:29
11742
BOERHAAVELAAN 10
2035 RC HAARLEM
04-12-2014
05:44:34
145
KOUDENHORN 2
2011 JC HAARLEM
In de nacht van woensdag 3 december 2014 op donderdag 4 december 2014 heeft verdachte [betrokkene 1] meerdere malen telefonisch contact met verdachte [medeverdachte 1] . Ik zag dat verdachte [betrokkene 1] en verdachte [medeverdachte 1] tevens telefonisch contact hadden terwijl zij zich in Haarlem bevonden.
Proces-verbaal uitlezen mobiele telefoon [betrokkene 1] van [verbalisant 10] van 27 januari 2015, p. 54-61:In de contactenlijst van de Samsung zag ik dat alle verdachten van dit onderzoek in de contactenlijst vermeld stonden. (…) Ik zag in de WhatsApp berichten van verdachte [betrokkene 1] dat hij een gesprek heeft gehad met verdachte [medeverdachte 2] . (…)
02-12-14 03:08:12 [medeverdachte 1] : [001]
02-12-14 03:13:06 [medeverdachte 2] : moete we ckr gaan
02-12-14 03:15:53 [medeverdachte 1] : Zijn kauloh veel daar
02-12-14 03:17:26 [medeverdachte 1] : [001]
02-12-14 03:17:35 [medeverdachte 1] : Die is boeing 21 ossos
02-12-14 03:17:43 [medeverdachte 1] : 13december open huis
02-12-14 03:20:34 [medeverdachte 2] : Dan gaan we morgen
02-12-14 16:31:33 [medeverdachte 1] : Kaise
02-12-14 18:46:12 [medeverdachte 2] : Kom
02-12-14 19:09:11 [medeverdachte 1] : Ai ik kom eraan
02-12-14 19:09:32 [medeverdachte 2] : Aii
03-12-14 01-01-42 [medeverdachte 2] : Bel
Ik zag in de WhatsApp berichten van verdachte [betrokkene 1] dat hij een gesprek heeft gehad met een persoon, onder de naam [betrokkene 8] . (…)
20-11-14 20:05:05 [medeverdachte 1] : Merk abb 17 groepen 2 in 1 maar kan ook 2
aparte van maken tijd schakelaar 4 aardlek
schakelaar
20-11-14 20:05:21 [medeverdachte 1] : Athema 7 groepen
20-11-14 20:05:41 [medeverdachte 1] : Storcare lucht ventilatie
22-11-14 14:57:41 [medeverdachte 1] : ???
23-11-14 11:52:06 [betrokkene 8] Je hebt mij meer belazerd
23-11-14 12:12:20 [medeverdachte 1] Owww shit ommoe ik heb niet belazerd die
apparaat was bij [betrokkene 9] hij was eerder dan
mij weggegaan
02-12-14 17:05:38 [betrokkene 8] Was gisteren nog gelukt
02-12-14 17:18:51 [medeverdachte 1] Nee man omin rare sloten
02-12-14 17:18:57 [medeverdachte 1] Maar we gaan Amsterdam vandaag
02-12-14 17:19:06 [medeverdachte 1] Heeft u adres
02-12-14 17:31:53 [betrokkene 8] Postcode [postcode]
02-12-14 19:13:43 [medeverdachte 1] [d-straat] ?
02-12-14 19:15:56 [betrokkene 8] Als je daar ben dan zie je zelf
02-12-14 19:16:17 [betrokkene 8] Die nieuwe straat is niet in de nav
02-12-14 19:16:17 [medeverdachte 1] Postcode vind niet
02-12-14 19:16:39 [medeverdachte 1] Ik heb online nav is via maps
02-12-14 19:17:31 [betrokkene 8] Is bij de winkel centrum [...]
02-12-14 19:17:43 [medeverdachte 1] Oke thnq
Ik zag in de WhatsApps berichten van verdachte [betrokkene 1] dat hij een gesprek heeft gehad met verdachte [verdachte] . (…)
02-12-14 03:05:20 [medeverdachte 1] ING: [e-straat 1]
02-12-14 03:05:24 [medeverdachte 1] Amsterdam
02-12-14 03:06:25 [verdachte] Is goed man
02-12-14 03:06:50 [medeverdachte 1] [001]
02-12-14 03:06:56 [medeverdachte 1] Kijk daar op die site
02-12-14 03:07:41 [verdachte] Ik kan niet rtpem
02-12-14 03:07:59 [medeverdachte 1] Owja je tel is kapot
02-12-14 03:08:26 [medeverdachte 1] Ik heb naar [betrokkene 1] gestuurd
02-12-14 16:31:42 [medeverdachte 1] Kaisee
02-12-14 16:31:57 [medeverdachte 1] Hoelaat is planning heb je die dingen ook
gekregen?
Ik zag in de internethistorie dat verdachte [betrokkene 1] meerdere internetpagina’s heeft opgezocht. Ik zag onder de opgezochte internetpagina’s ook linken naar internetpagina’s van nieuwbouwwoningen.
Proces-verbaal van bevindingen telefoon [betrokkene 1] van 30 juli 2017 (losse bijlage):Op de internethistorie was te zien dat er specifiek werd gezocht op “ [wijk] -Haarlem”. Uit onderzoek blijkt dat dit op de datum 1 december 2014 was geweest. (…) Op de internetsite Google.nl heb ik, verbalisant [verbalisant 10] , op 30 juli 2017, de zoekvraag [wijk] Haarlem ingevoerd. Als zoekresultaat kreeg ik onder andere Nieuwbouw [wijk] Haarlem ( [c-straat] ). (…) Uit onderzoek in google maps blijkt dat de [c-straat] parallel ligt aan de [a-straat] te Haarlem.
Proces-verbaal telecom [medeverdachte 1] van [verbalisant 10] van 27 januari 2015, p. 62-66:Onder verdachte [medeverdachte 1] werd een mobiele telefoon, merk Samsung, aangetroffen en voor nader onderzoek overgedragen aan een forensisch rechercheur van het team digitale opsporing. Uit dit onderzoek werd bekend dat deze mobiele telefoon voorzien was van het Imeinummer [004] . (…) Hieronder wordt, door middel van de zendmasten welke aangestraald werden door de Samsung voorzien van Imeinummer [004] , de route weergegeven welke verdachte [medeverdachte 1] heeft afgelegd in de nacht van woensdag 3 december 2014 op donderdag 4 december 2014. In de tabel is te zien dat verdachte [medeverdachte 1] zich verplaatst van Rotterdam (woonplaats verdachte [medeverdachte 1] ) naar Haarlem tot aan na de aanhouding op het politiebureau, gelegen aan de Koudehorn 2 te Haarlem. (…)
Startdatum
Starttijd
Duur
Straat
Plaats
03-12-2014
21:16:03
372
KIOTOWEG
3037 BC ROTTERDAM
03-12-2014
21:22:25
301
LAAN VAN OVERSTEEN 2
2289 CX RIJSWIJK ZH
03-12-2014
21:25:30
7
STATIONSPLN 4
2275 AZ VOORBURG
03-12-2014
21:25:45
3
MAANPLEIN 89
2516 CK ‘S-GRAVENHAGE
03-12-2014
21:40:40
97
H COSTERSTR 10
2571 PA ’S-GRAVENHAGE
03-12-2014
22:29:33
5396
VREDENBURCHWG 174
2285 SE RIJSWIJK ZH
04-12-2014
00:20:49
673
WESTVLIETWG 7
2491 EA ’S-GRAVENHAGE
04-12-2014
00:32:02
364
KERKSTR 59
2355 AH HOOGMADE
04-12-2014
00:38:05
449
04-12-2014
00:46:10
9637
SPAARNWOUDERWEG 1121
2141 BN VIJFHUIZEN
04-12-2014
01:20:46
24
BOERHAAVELAAN 10
2035 RC HAARLEM
04-12-2014
02:10:18
14
BOERHAAVELAAN 10
2035 RC HAARLEM
04-12-2014
02:28:13
14
DE WITSTRAAT 4
2011 DV HAARLEM
04-12-2014
03:26:33
8747
KOUDENHORN 2
2011 JC HAARLEM
In de nacht van woensdag 3 december 2014 op donderdag 4 december 2014 heeft verdachte [medeverdachte 1] meerdere malen telefonisch contact met verdachte [betrokkene 1] . Ik zag dat verdachte [medeverdachte 1] en verdachte [betrokkene 1] teven telefonisch contact hadden terwijl zij zich in Haarlem bevonden. Op woensdag 3 december 2014 heeft verdachte [medeverdachte 1] meerdere malen telefonisch contact met verdachte [medeverdachte 2] .
Proces-verbaal uitgelezen mobiele telefoon [medeverdachte 1] van [verbalisant 10] van 26 januari 2015, p. 67-69:In de contactenlijst van de Samsung zag ik dat alle verdachten van dit onderzoek in de contactenlijst vermeld stonden. (…) Ik zag in de internet historie dat verdachte [medeverdachte 1] meerdere internetpagina’s heeft opgezocht. Ik zag onder de internetpagina’s ook linken van internetpagina’s van nieuwbouwwoningen en google. Op google bestond de zoekvraag uit ‘openen sloten’. Afbeelding 5:
(…)
Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 5 december 2014, p. 157-158:(…)
V: Jij hebt toch ook getild?A: Nee ik moest zijn rugtas tillen. [betrokkene 1] heeft de meterkasten getild. Ik denk dat het er vijf of zeven waren.
(…)
V: Stel dat de politie niet gekomen was, wat zouden jullie dan met die meterkasten doen?A: Die zouden verkocht worden en ik zou 50 euro krijgen.”
2.4.
Dit door het hof bevestigde vonnis bevat voorts de volgende bewijsoverwegingen:
“3.5

3.5 Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3 en feit 4
“3.5 Verdachte is aangehouden in de auto die een getuige kort daarvoor had zien wegrijden bij de woningen waar was ingebroken. In de fouillering van verdachte is gereedschap aangetroffen. In de auto lagen vijf meterkasten en een rugzak met (inbrekers)gereedschap. In de rugzak zaten ook twee afgebroken cilindersloten. Verdachte heeft de rugzak van de [a-straat] naar de auto gedragen. In de auto is bovendien een lege beschermkoffer voor een boormachine aangetroffen. De in perceel [a-straat 10] aangetroffen AEG boormachine komt qua typenummer overeen en past precies in de beschermkoffer. Op 2 december 2014 berichtten verdachte en medeverdachte [betrokkene 1] elkaar via WhatsApp over een nieuwbouwproject en [medeverdachte 1] vraagt daarbij naar de planning.
“3.5 Gelet op het vorenstaande en gelet op de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen, alles in onderling verband en samenhang beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten, op de wijze zoals in de bewezenverklaring hieronder nader aangeduid.
“3.5 Verdachte en zijn medeverdachten zijn gezamenlijk naar de woningen toe gegaan, zij zijn, nadat een bewoner op de deur bonkte, gezamenlijk gevlucht en korte tijd later gezamenlijk aangehouden in de auto waarin een deel van de buit is aangetroffen. Als verdachte niet opgepakt zou zijn, dan zou hij een beloning hebben ontvangen. Hieruit spreekt een nauwe en bewuste samenwerking, waarbij zowel verdachte als zijn medeverdachten een bijdrage van voldoende gewicht heeft/hebben geleverd om te spreken van medeplegen, althans ‘tezamen en in vereniging plegen’ als bedoeld in artikel 311, lid 1 onder 4 van het Wetboek van Strafrecht.”
2.5.
Ik begrijp uit de toelichting op het middel dat in de kern wordt geklaagd dat uit de bewijsvoering niet kan volgen dat er sprake is van een gezamenlijke uitvoering. Meer in het bijzonder wordt in de toelichting op het middel aangevoerd dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat de verdachte aanwezig is geweest bij de woningen waar de (pogingen tot) inbraken zijn gepleegd.
2.6.
Bij de beoordeling van het middel stel ik voorop dat volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad de voorwaarden van medeplegen inhouden dat sprake moet zijn geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met één of anderen. [1] Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Dat is het geval wanneer bijvoorbeeld in de kern sprake is van een gezamenlijke uitvoering. [2] Wanneer dat niet het geval is, bijvoorbeeld omdat de bijdrage van de verdachte bestaat uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht of gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit, rust op de rechter de taak in de bewijsvoering het medeplegen nauwkeurig te motiveren indien hij toch tot een bewezenverklaring van dat medeplegen komt. [3] Daarbij komt volgens recente jurisprudentie van de Hoge Raad met name betekenis toe aan de totaalindruk van de vastgestelde gedragingen. [4]
2.7.
Uit de hiervoor onder 2.2 en 2.3 weergegeven bewijsvoering kunnen met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraken de volgende relevante omstandigheden worden vastgesteld:
(i) De verdachte en medeverdachte [betrokkene 1] hebben elkaar op 2 december 2014 via WhatsApp bericht over een nieuwbouwproject waarbij medeverdachte [betrokkene 1] aan de verdachte heeft gevraagd naar de planning;
(ii) Uit zeven nieuwbouwwoningen aan de [a-straat] te Haarlem zijn in de nacht van 3 op 4 december 2014 de groepenkasten (stoppenkasten) weggenomen. Bij meerdere woningen zijn voorts de cilindersloten uit de deuren verwijderd;
(iii) De verdachte is in de nacht van 3 op 4 december 2014 samen met medeverdachte [medeverdachte 2] aangehouden in een van de twee auto’s die de getuige [betrokkene 3] kort daarvoor had zien wegrijden bij de woningen waar was ingebroken. Medeverdachten [betrokkene 1] en [medeverdachte 1] zijn even later in de andere auto aangehouden;
(iv) In de fouillering van verdachte is gereedschap aangetroffen;
(v) In de auto waarin de verdachte is aangehouden lagen vijf meterkasten, een lege beschermkoffer voor een boormachine, en een rugzak met daarin (inbrekers)gereedschap en twee afgebroken cilindersloten;
(vi) De verdachte heeft de rugzak van de [a-straat] naar de auto gedragen, terwijl de medeverdachte [medeverdachte 2] de weggenomen meterkasten heeft getild;
(vii) In de woning aan de [a-straat 10] is een AEG boormachine gevonden die wat betreft het typenummer overeenkomt met de in de auto aangetroffen beschermkoffer waarin die boormachine bovendien precies past;
(viii) Verdachte heeft verklaard dat hij een beloning zou hebben gekregen (van 50 euro).
2.8.
Voor zover het middel klaagt dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat de verdachte aanwezig is geweest bij de woningen waar is ingebroken en/of waar een poging daartoe is gedaan, kan ik kort zijn. De door het hof bevestigde bewijsvoering van de rechtbank houdt immers onder meer in, dat de verdachte heeft verklaard de avond van de inbraken een rugzak van zijn medeverdachte te hebben getild en dat die rugzak onder meer (inbrekers)gereedschap en twee afgebroken cilindersloten bevatte. Daarnaast is in de fouillering van de verdachte gereedschap aangetroffen. Hieruit heeft de rechtbank kunnen afleiden dat de verdachte gezamenlijk met zijn medeverdachten naar de woningen is gegaan, althans daar aanwezig was. Voor zover het middel hierover klaagt, faalt het dus.
2.9.
Voorts heeft de rechtbank in het door het hof bevestigde vonnis overwogen dat de verdachte en zijn medeverdachten gezamenlijk naar de woningen zijn toegegaan, en dat zij, nadat een bewoner op de deur bonkte, gezamenlijk zijn gevlucht en korte tijd later gezamenlijk zijn aangehouden in de auto waarin een deel van de buit is aangetroffen. Hierin ligt als oordeel besloten dat sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering. Gelet op de hiervoor onder 2.7 weergegeven vaststellingen komt mij dat oordeel niet onbegrijpelijk voor en is het tevens toereikend gemotiveerd. Daarbij neem ik in het bijzonder in aanmerking dat is vastgesteld dat de verdachte bij de planning van de woninginbraken is betrokken, dat in zijn fouillering gereedschap is aangetroffen, dat hij een rugzak met (inbrekers)gereedschap en twee afgebroken cilindersloten naar de auto heeft gedragen, en dat hij met zijn medeverdachte [medeverdachte 2] is aangehouden in de auto waarin onder meer die rugzak en vijf weggenomen meterkasten zijn aangetroffen. Anders dan de steller van het middel betoogt, doet zich hier dus niet de situatie voor dat de betrokkenheid van de verdachte bij de woninginbraken geheel in het midden is gelaten. Ik ben van mening dat deze vaststellingen in onderlinge samenhang beschouwd het oordeel dat er sprake was van een gezamenlijke uitvoering genoegzaam kunnen dragen. De daarop gestoelde gevolgtrekking dat hieruit een nauwe en bewuste samenwerking blijkt, waarbij zowel de verdachte als zijn medeverdachten een bijdrage van voldoende gewicht heeft/hebben geleverd om te spreken van medeplegen, getuigt dan ook niet van een onjuiste rechtsopvatting.
2.10.
Het middel is tevergeefs voorgesteld.

3.Het tweede middel

3.1.
Het tweede middel klaagt dat het hof heeft verzuimd de redenen op te geven waarom het van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de raadsman met betrekking tot de strafmaat is afgeweken.
3.2.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 8 juni 2018 houdt in dat de raadsman aldaar het woord tot verdediging heeft gevoerd overeenkomstig zijn pleitnota. Deze pleitnota houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:

“Zowel client als ik waren nogal onaangenaam verrast door het vonnis van de rechtbank. 8 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf is een forse straf die zelfs niet door het OM was geeist. Subsidiair richt het appel zich tegen de hoogte van deze straf.
(…)
Mocht u het betoog van de verdediging niet volgen dan stelt de verdediging zich op het standpunt dat sprake is van een groot aantal strafverminderende factoren waar de rechtbank in de zaak van client geen rekening mee heeft gehouden.
Client krijgt het gevoel dat het kennelijk totaal niet loont om eerlijk te zijn, openheid van zaken te geven en te bekennen. Client is over dezelfde kam geschoren als verdachten die geen enkele medewerking verlenen en zich op hun zwijgrecht beroepen. Dat heeft client niet gedaan, sterker nog hij heeft zelfs aanwijzingen aan de politie gegeven waardoor de medeverdachten zijn aangehouden. Mooier kan hij het niet maken, althans voor de politie dan. Hij heeft ook toegegeven dat hij ontzettend is geschrokken dat er kennelijk al mensen woonden in een woning waar zij hebben ingebroken. Dat was totaal niet de bedoeling en hij heeft verklaard dat het hem oprecht spijt.

Het gaat dus om een meewerkende, bekennende verdachte die ruim 2 jaar in spanning op zijn inhoudelijke behandeling heeft moeten wachten en oprecht spijt heeft van zijn daad. De rechtbank constateert de overschrijding maar doet er vrij weinig mee. Client is keihard afgestraft met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Natuurlijk is het vervelend dat er een inbraak heeft plaatsgevonden in een woning waar de mensen al waren ingetrokken. Natuurlijk is je huis de plek waar je je bij uitstek veilig moet voelen zoals de rechtbank ook heeft overwogen. Dit was nou net de reden om juist niet in een normale woning in te breken maar specifiek in net afgebouwde woningen. Een sterke contra indicatie dus bij de verdachten in deze zaak. Dat zou dus niet, zoals de rechtbank wel heeft gedaan, strafverzwarend mogen werken, eerder andersom.
Ik ga u dan ook met klem vragen om de straf van de rechtbank niet te volgen en goed te kijken naar de persoonlijke omstandigheden van client. Hij heeft bijna 4 jaar na dato zijn leven weer op rails. Hij heeft 2 kleine kinderen, heeft een eigen klusbedrijf en heeft hard gewerkt om opdrachten binnen te krijgen. In het kader van de generale en speciale preventie heeft het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, weinig meerwaarde, sterker nog dan zal cliënt alles kwijtraken wat hij heeft opgebouwd.”
3.3.
De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden. Die straf is in het door het hof bevestigde vonnis als volgt gemotiveerd:

6. Motivering van de sanctie6.1 Standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, geheel voorwaardelijk en met een proeftijd van 2 jaren.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
6.2 Standpunt van de verdedigingDe raadsman heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, het gegeven dat verdachte spijt heeft van zijn handelen en de overschrijding van de redelijke termijn.
6.3 Oordeel van de rechtbankBij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan zeven woninginbraken en vier pogingen daartoe. Deze hebben plaatsgevonden in de nachtelijke uren en hadden het karakter van een rooftocht. Woninginbraken zijn ernstige en hinderlijke feiten, omdat hiermee doorgaans, zoals in het onderhavige geval, materiële schade wordt toegebracht aan de gedupeerden. Verdachte heeft geen enkel respect getoond voor andermans eigendom noch voor hun persoonlijke leefomgeving en uitsluitend oog gehad op zijn persoonlijk financieel gewin. Het merendeel van de woningen was onbewoond omdat deze nog niet opgeleverd waren. In één van de woningen hadden de bewoners echter recent hun intrek genomen. Uit de aangifte blijkt dat zij enorm zijn geschrokken. Een woning is bij uitstek de plaats waar men zich veilig moet kunnen voelen. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk. Bovendien zorgen dergelijke feiten voor gevoelens van onrust en onbehagen in de samenleving in bredere zin.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 4 juli 2017, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder ter zake van vermogensdelict onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf is veroordeeld.
Gelet hierop de ernst van de feiten is alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een passende reactie.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf ten voordele van verdachte rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM, artikel 63 Sr, alsmede het gegeven dat hij thans zijn leven weer enigszins op de rit heeft gekregen, zoals is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het aantal gepleegde inbraken en pogingen daartoe in slechts een nacht en de professionele wijze waarop alles is voorbereid en uitgevoerd de door de officier van justitie geëiste straf onvoldoende recht doet aan de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten. De omvang en ernst van de gepleegde strafbare feiten dienen naar het oordeel te leiden tot het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.”
3.4.
Vooropgesteld moet worden dat de feitenrechter vrij is in de keuze van de straf en in de waardering van factoren die hij voor de strafoplegging van belang acht. [5] Deze keuze behoeft in beginsel geen motivering. [6] Alleen als de straftoemeting op zichzelf onbegrijpelijk is of verbazing wekt en als gevolg daarvan onbegrijpelijk is, kan in cassatie worden ingegrepen. [7] Wel dwingt art. 359 lid 2 Sv de rechter tot een nadere motivering van de op te leggen straf, indien hij afwijkt van een door de verdediging ingenomen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. [8] Of daarvan sprake is en dus een beslissing dienaangaande op grond van art. 359 lid 2 Sv nader dient te worden gemotiveerd, hangt mede af van de aard van het aan de orde gestelde onderwerp alsmede de inhoud en indringendheid van de aangevoerde argumenten. [9] De Hoge Raad stelt zich hierbij terughoudend op en als het gaat om de onderbouwing van het standpunt over de strafoplegging, ligt de lat voor de verdediging hoog. Zo zal een algemeen verzoek tot het matigen van de straf op basis van persoonlijke omstandigheden van de verdachte niet snel worden aangemerkt als een dergelijk standpunt dat noopt tot antwoord. [10]
3.5.
In de onderhavige zaak heeft het hof volstaan met een ‘kale’ bevestiging van het vonnis van de rechtbank. [11] Kennelijk heeft het hof hetgeen in hoger beroep door en namens de verdachte is aangevoerd niet opgevat als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt in de zin van art. 359 lid 2 Sv, maar als een algemeen verzoek tot het matigen van de straf op basis van persoonlijke omstandigheden. [12] Dat oordeel vind ik niet onbegrijpelijk en getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting. Door en namens de verdachte is immers in de kern slechts aangevoerd dat er sprake is van strafverminderende factoren waar de rechtbank in de zaak van de verdachte geen rekening mee heeft gehouden. Indien het gaat om een algemeen verzoek tot het matigen van de straf op basis van persoonlijke omstandigheden, hoeft het hof de waardering van de factoren die in aanmerking zijn genomen niet nader te motiveren.
3.6.
Voor zover hetgeen is aangevoerd wél als een responsieplichtig standpunt in hiervoor bedoelde zin zou moeten worden beschouwd, merk ik op dat de verwerping daarvan besloten ligt in de door het hof bevestigde strafmotivering van de rechtbank. Daaruit blijkt immers dat de straf is bepaald op grond van de aard en de ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte. Vervolgens is ten nadele van de verdachte onder meer acht geslagen op het gegeven dat de woninginbraken in de nachtelijke uren hebben plaatsgevonden en dat in één van die woningen de bewoners recent hun intrek hadden genomen. Daarnaast is in het voordeel van verdachte rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn, alsmede het gegeven dat de verdachte zijn leven weer enigszins op de rit heeft gekregen. Ten slotte is nader gemotiveerd dat de omvang en ernst van de gepleegde feiten hebben geleid tot het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarmee is de strafoplegging toereikend gemotiveerd, ook in het licht van hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep is aangevoerd.
3.7.
Het middel faalt.

4.Conclusie

4.1.
De middelen falen en kunnen worden afgedaan met de aan art. 81 lid 1 RO ontleende verkorte motivering.
4.2.
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
4.3.
Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.Zie onder meer HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, NJ 2015/390 m.nt. Mevis; HR 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:716; en HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1316, NJ 2016/411, m.nt. Rozemond.
2.Zie J. de Hullu,
3.Vgl. mijn conclusie van 1 oktober 2019 bij HR 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1922 (ECLI:NL:PHR:2019:1352, onder 2.7.6.).
4.Vgl. bijvoorbeeld HR 4 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:187, rov. 2.4.
5.Vgl. A.J.A. van Dorst,
6.HR 21 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7805.
7.Vgl. HR 3 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX5479, NJ 2006/549. Zie ook G.J.M. Corstens,
8.Een standpunt dat duidelijk, door argumenten geschraagd en voorzien van een ondubbelzinnige conclusie ten overstaan van de feitenrechter naar voren is gebracht, vgl. HR 11 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9130, NJ 2006/393, m. nt. Y. Buruma.
9.Vgl. HR 11 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9130, NJ 2006/393, m. nt. Y. Buruma, rov 3.8.1. Zie hierover ook A.J.A. van Dorst,
10.Vgl. de conclusie van mijn ambtgenoot Bleichrodt van 30 september 2014 bij HR 17 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:642, NJ 2015/225, m.nt. F. Vellinga-Schootstra (ECLI:NL:PHR:2014:2378, onder 22).
11.Vgl. hierover de conclusie van mijn ambtgenoot Harteveld van 22 mei 2018 bij HR 3 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1056 (ECLI:NL:PHR:2018:474, onder 3.5 tot en met 3.7).
12.Zie HR 17 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:642, NJ 2015/225, m.nt. F. Vellinga-Schootstra en HR 17 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:637, NJ 2015/226, m.nt. F. Vellinga-Schootstra.