ECLI:NL:PHR:2024:640
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verwerping beroep op noodweer in mishandelingszaak met getuigenverklaringen
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1987, door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 mei 2022 veroordeeld voor mishandeling. Hij kreeg een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, en er werd een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan de benadeelde partij. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij hij een middel heeft voorgesteld dat zich richt op de verwerping van zijn beroep op noodweer. De Hoge Raad heeft in zijn conclusie vastgesteld dat de verwerping van het beroep op noodweer niet onbegrijpelijk is. De verdachte had verklaard dat hij in noodweer handelde, omdat de aangever hem met een zaklamp had geslagen. Echter, getuigenverklaringen gaven aan dat de verdachte zonder enige provocatie de aangever met gebalde vuist heeft geslagen. De Hoge Raad concludeert dat de feitenrechter niet aannemelijk heeft geacht dat er sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door de aangever. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij ook wordt opgemerkt dat de redelijke termijn van behandeling is overschreden, maar dat dit geen rechtsgevolg met zich meebrengt in deze zaak.