Conclusie
Het proces-verbaal van aangifte, nummer PL1700-2019119091-1, pagina's 5 en 6 in het proces-verbaal met dossiernummer PL1700-2019119091, van politie eenheid Rotterdam, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer]:
Het proces-verbaal van verhoor getuige, nummer PL1700-2019119091-11, pagina's 19 en 20 in het proces-verbaal met dossiernummer PL1700-2019119091, van politie eenheid Rotterdam, inhoudende de verklaring van de [getuige 1]:
II. Onvoldoende wettig bewijs
"Ineens kwam die moeder met vliegende schop, die kwam terecht op mijn rechter dijbeen."Verder stelt hij dat cliënte hem in zijn gezicht zou hebben gekrabd en hebben geschopt. Deze geweldshandelingen uit de aangifte zijn opgenomen in de tenlastelegging.
"begonnen te slaan en schoppen."Volgens [getuige 2] was het [getuige 3] die de eerste klap uitdeelde.
dugoutte hebben gezeten, op enkele meters van de vechtende mannen. Ook [getuige 3] en [getuige 4] hebben dit, onafhankelijk van elkaar, verklaard.
“achteraf” gehoord te hebben dat [slachtoffer] de oom was van het jongetje dat ruzie had gekregen met het zoontje van [verdachte]. Ook blijkt uit zijn verhoor dat hij kennelijk weet dat [getuige 4] de vader is van het oudste zoontje van [verdachte], en dat [getuige 4] haar ex-partner is. Dit is informatie die hij op geen andere manier kan hebben verkregen, dan door het incident met anderen te bespreken. En wanneer mensen met elkaar over een voorval praten, is het onvermijdelijk dat zij elkaars herinneringen beïnvloeden.
bekendevan cliënte. De trap is volgens aangever dus, anders dan hij in zijn aangifte stelt,
nietgegeven door cliënte.
"Nee."
III. Onvoldoende overtuigend bewijs
dugoutop enkele meters van de vechtpartij vandaan. Dit heeft zij op de zitting van 1 juni 2021 aan uw hof nader toegelicht.
dugoutsbevond en dus op enige afstand van de vechtpartij die ontstond. Dit ondersteunt en bevestigt niet alleen haar verklaring, maar ook de betrouwbaarheid daarvan. Immers is [getuige 5] een voor cliënte onafhankelijke getuige die haar verklaring onderschrijft.
: "Ik kan me ook niet herinneren of zij geweld heeft gebruikt."
: "Ik kan me nu niet meer herinneren of die vrouw iets deed. U, rhc, zegt mij dat ik bij de politie heb verklaard dat die moeder meedeed met het schoppen. Dat kan ik me nu niet meer herinneren.”
nietdat cliënte hierbij betrokken was, hetgeen zij zelf ook ontkent.