2.3De mondelinge behandeling van het verzoek door de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht (hierna: de rechtbank) heeft plaatsgevonden op 23 september 2024 in het gebouw van de rechtbank. Daarbij zijn de advocaat van betrokkene en een klinisch psycholoog gehoord. Betrokkene was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling. Van de mondelinge behandeling is een proces-verbaal opgemaakt. Voor zover in cassatie van belang, wordt daarin het volgende vermeld:
“Rechter:
Betrokkene is niet aanwezig?
Mr. A.J.M. Paanakker:
Nee.
Rechter:
Ik begreep van de bode dat hij wel zou komen?
Klinisch psycholoog:
Hij wilde zelf komen met eigen vervoer.
Mr. A.J.M. Paanakker:
Ik heb hem niet gesproken.
Rechter:
(…) U zegt dat u betrokkene niet heeft gesproken?
Mr. A.J.M. Paanakker:
Ik heb hem gemaild en alles toegestuurd, maar ik heb hier geen reactie op gekregen.
Rechter:
Heeft u betrokkene gesproken?
Klinisch psycholoog:
De sociaal-psychiatrisch verpleegkundige heeft betrokkene uitgebreid gesproken. Zij hebben het ook over de zitting gehad. Betrokkene was voornemens om op eigen gelegenheid hier te komen.
Rechter:
Is het zinvol om te kijken of we hem telefonisch kunnen bereiken?
Mr. A.J.M. Paanakker:
Ik kreeg herhaaldelijk de voicemail vanmorgen.
*De klinisch psycholoog belt betrokkene en hij neemt nu niet op*
Rechter:
Zijn telefoon lijkt uit te staan. Wat zullen we nu doen?
Mr. A.J.M. Paanakker:
Ik heb er geen mening over.
Rechter:
Bent u in staat om namens hem het woord te voeren vandaag?
Mr. A.J.M. Paanakker:
Nee ook niet.
Rechter:
Dat is eigenlijk de vraag. Ik ga ervan uit dat hij van de zitting weet en dat hij ervoor kiest er niet te zijn, maar u heeft hem ook niet gesproken. Het lastige is dat onze beslistermijn vandaag verloopt en dat we vandaag uitspraak moeten doen.
*Er wordt gekeken naar een nieuwe zittingsdatum*
Op 14 oktober is er nog plek.
Mr. A.J.M. Paanakker:
Wat als betrokkene dan niet verschijnt?
Rechter:
Dan zal er opnieuw naar gekeken worden. Ik ga ervan uit dat u blijft proberen om contact te krijgen met betrokkene. Wat ik nu wel doe is een korte toewijzing, anders verloopt onze beslistermijn. Ik verleen de machtiging voor een maand, onder aanhouding van het overige. Dat is tot 23 oktober 2024.
Mr. A.J.M. Paanakker:
Ik ga betrokkene in ieder geval mailen, dat leest hij wel
Klinisch psycholoog:
Ik denk niet dat hij komt.
Rechter:
Betrokkene moet weten dat er een zitting is en de advocaat moet hem kunnen spreken.
Mr. A.J.M. Paanakker:
Ik schat in dat hij wil dat het verzoek wordt afgewezen. Dat wilde hij volgens mij ook zelf vertellen.”