Conclusie
1.Inleiding en samenvatting
2.Feiten en procesverloop
Rechter:
Aan haar beslissing heeft de rechtbank, voor zover in cassatie van belang, het volgende ten grondslag gelegd: [3]
Het standpunt van de advocaat
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak, die onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) valt, is een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden. De rechtbank heeft, nadat de betrokkene niet ter zitting was verschenen, in een deelbeschikking een zorgmachtiging verleend voor een periode van één maand. De beslissing op het verzoek voor de overige periode is aangehouden om de betrokkene alsnog in de gelegenheid te stellen te worden gehoord. In cassatie wordt geklaagd dat de rechtbank niet heeft beoordeeld of is voldaan aan de criteria voor verplichte zorg en het doel daarvan. De betrokkene stelt dat de rechtbank, indien zij deze beoordeling wel heeft gemaakt, dit niet voldoende heeft gemotiveerd. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd en de zaak moet worden terugverwezen. De zaak illustreert de noodzaak van een zorgvuldige motivering door de rechter bij het verlenen van zorgmachtigingen, vooral in het licht van de criteria en doelen die in de Wvggz zijn vastgelegd.