2.3De bewezenverklaring steunt op de volgende (door het hof uitgewerkte) bewijsmiddelen:
“1. Het proces-verbaal van binnentreden woning d.d. 2 maart 2021 (pg. 10 en 11), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 1] :
Op 2 maart 2021, trad ik binnen in de woning [a-straat 1] [plaats] .
In de woning werd inbeslaggenomen: contant geld, € 23.085,-.
2. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 maart 2021 (pg. 15), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
Op 2 maart 2021 waren wij belast met het doorzoeken van de woning gelegen aan de [a-straat 1] te [plaats] . Wij waren belast met het doorzoeken van de kledingkamer.
Tussen de linker kledingkast en de verwarming zagen we een zwart tasje geklemd zitten. Toen wij deze tas opende zagen wij dat er na tellen € 6.295,- in de tas zat.
3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 maart 2021 (pg. 16), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Op 2 maart 2021 waren wij belast met het doorzoeken van de woning gelegen aan de [a-straat 1] te [plaats] . Wij waren belast met het doorzoeken van de slaapkamer.
Ik, [verbalisant 4] , zag op de vensterbank aan de raamzijde een houten kistje staan. Ik zag dat hierin meerdere dubbelgevouwen coupures van € 50,- lagen. Na tellen bleek het hier om vijf coupures van € 50,- te gaan. In totaal was dit € 250,-.
Ik, [verbalisant 5] , zag op een nachtkastje aan de muurzijde een kistje staan. Ik zag dat hier verschillende coupures in zaten. Na tellen bleek het hier te gaan om in totaal € 40,-
Wij hebben in totaal € 290,- aangetroffen in deze slaapkamer.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022 (losbladig, met proces-verbaalnummer PL2100-2021046040-29), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 1] :
Tijdens een doorzoeking van een woning aan de [a-straat 1] te [plaats] op 2 maart 2021 werd een hoeveelheid contant aangetroffen en inbeslaggenomen.
De nummers van de inbeslaggenomen bankbiljetten werden automatisch gescand en vastgelegd. Tijdens deze doorzoeking werd op drie locaties in het huis geld aangetroffen. De volgende geldbedragen werden aangetroffen:
- zolderkamer € 16.500,
- kledingkast 1e etage € 6.295
- slaapkamer 1e etage € 290
De bankbiljetten werden met een geldtelmachine geteld. De coupures werden door de geldtelmachine vastgesteld. Dit waren de volgende coupures:
€16.500,-
- 150 x € 20,-
- 32 x € 50,-
- 6 x € 500,-
- 36 x € 200,-
- 7x € 100,-
- 100 x € 10,-
€6.295,-
- 2 x € 100, -
- 55 x € 50,-
- 118 x € 20,-
- 66 x € 10, -
- 1 x € 200,-
- 25 x € 5,-
€ 290, -
- 5 x € 50,-
- 8 x € 5,-
5. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 december 2021 (pg. 44), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 1] :
Tijdens een doorzoeking van een woning aan de [a-straat 1] te [plaats] op 2 maart 2021 werd een hoeveelheid contant aangetroffen en inbeslaggenomen.
De nummers van de inbeslaggenomen bankbiljetten werden automatisch gescand en vastgelegd.
Op 7 mei 2021 werd de Nederlandse Bank gevorderd alle beschikbare informatie rondom deze bankbiljetten te verstrekken.
Zij verstrekte een lijst waaruit bleek dat 271 van de 609 inbeslaggenomen bankbiljetten na 4 oktober 2018, de dag van het overlijden van [betrokkene 1] , nog in omloop waren. Dit betreft ongeveer 44% van de bankbiljetten.
14 biljetten werden in 2018 door DNB gescand
63 biljetten werden in 2019 door DNB gescand
176 biljetten werden in 2020 door DNB gescand
18 biljetten werden in 2021 door DNB gescand
6. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 23 maart 2021 (pg. 30 t/m 35), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
V: Je staat ingeschreven op [a-straat 1] sinds 2006. Woon je daar ook?
A: ja
V: Welke slaapkamer is van jou?
A: De zolder
V: Heb je een baan?
A: Nee, ik heb ook nog nooit een baan gehad.
V: Heb je andere inkomsten?
A: Nee.
V: Heb je een uitkering?
A: Nee.
V: Heb je wel eens geld gewonnen?
A: Nee.
(...) Mijn tweede moeder is overleden op 4 oktober 2018. Zij heet officieel [betrokkene 1] ; iedereen noemde haar ‘ [betrokkene 1] ”.
V: Wie had er allemaal toegang tot dat geld (het hof begrijpt: het inbeslaggenomen bedrag van € 23.085)?
A: Alleen ik
V: Wie wist dat geld te liggen?
A: Alleen ik.
V: Het geld wat we aantroffen was verdeeld over drie locaties.
A: Ik weet wel dat het complete bedrag van mij is.”