Conclusie
1.Inleiding
2.Het middel
Standpunt van de verdediging
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte, geboren in 2003, door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 december 2024 veroordeeld tot een jeugddetentie van 90 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, wegens ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdediging heeft cassatie ingesteld, omdat de strafoplegging onbegrijpelijk zou zijn, gezien de strafmotivering van het hof. Het hof heeft overwogen dat de verdachte niet opnieuw vast zou komen te zitten voor deze zaak, maar de stellers van het middel betogen dat de opgelegde straf dit niet ondersteunt. De conclusie van de procureur-generaal is dat het middel slaagt, en dat de zaak moet worden terugverwezen naar het gerechtshof voor herbeoordeling van de strafoplegging. De zaak is complex door de discrepantie tussen de opgelegde straf en de motivering van het hof, en de vraag of de verdachte al dan niet in voorlopige hechtenis heeft gezeten speelt hierbij een belangrijke rol. De procureur-generaal stelt dat de strafmotivering onvoldoende duidelijkheid biedt over de intenties van het hof, wat leidt tot de noodzaak van terugwijzing.