Conclusie
Nummer23/01305
Inleiding
Het eerste middel
“1. Opiumwet
Cliënt persisteert nog altijd bij de onrechtmatigheid van de doorzoeking.
"verschillende strafbare feiten in Nederland”&
"een aantal misdrijven gepleegd in Nederland”.*2. Ten aanzien van de vermeende ram- en plofkraken in Duitsland wordt op geen enkel moment gespecificeerd wanneer die plofkraken gepleegd zouden zijn en de betrokkenheid van cliënt daarbij.
"de doorzoeking heeft als doel om middels de inbeslagname van gegevensdragers, telecommunicatieapparatuur en administratie te bevestigen danwelte ontkrachten dat [verdachte] en [betrokkene 1] onderdeel zijn van een criminele organisatie”(p.3)
“In Duitsland worden op grote schaal ram- en
equality of arms. Er is aan de verdachte op geen enkele deugdelijke wijze kenbaar gemaakt waar die vermeende verdenking dan uit zou bestaan. Het openbaar ministerie is niet transparant. Het enkel handelen in scooters kan geen verdenking opleveren! Subsidiair stelt cliënt zich op het standpunt dat hij moet worden vrijgesproken daar er een doorzoeking in zijn woning is gedaan, terwijl er geen redelijk vermoeden van schuld was, althans op geen enkele wijze valt te toetsen of er een redelijk vermoeden van schuld was.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Het derde middel
1. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2019, proces-verbaalnummer PL0900-2019342304-2, doorgenummerde dossierpagina’s 11-12, voor zover inhoudende als verklaring van [verbalisant 1] :
het hof begrijpt: [verdachte]) , geboren op [geboortedatum ] 1992 te [plaats] . (...)
Het hof begrijpt, gelet op het hierna volgende bewijsmiddel, dat de vraagtekens telkens als aanhalingstekens gelezen moeten worden.)
pagina 1)
Het tweede middel
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 23 juli 2018, doorgenummerde dossierpagina’s 73-74, voor zover inhoudende als verklaring van [aangever] :
(het hof begrijpt: berichten tussen [getuige] en de verdachte).