ECLI:NL:PHR:2025:320
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep wegens niet voldoen aan wettelijke termijn en vereisten
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1961, door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 maart 2023 veroordeeld tot een taakstraf van zestig uren wegens het zich gedragen in strijd met de Wet dieren. Daarnaast is de onttrekking aan het verkeer bevolen van vier prikhalsbanden en vier losse schakels voor prikbanden. De verdachte heeft via zijn advocaat, F.J.M. Kobossen, een schriftuur ingediend met een voorgesteld cassatiemiddel. Dit cassatiemiddel stelt dat het recht is geschonden en dat er vormvoorschriften zijn verzuimd, omdat het hof geen motivering heeft gegeven voor zijn uitspraak en cruciale onderdelen van het politierapport niet in acht zijn genomen.
De Hoge Raad, als cassatierechter, onderzoekt alleen cassatiemiddelen die voldoen aan de wettelijke vereisten. In dit geval voldoet het voorgestelde cassatiemiddel niet aan de eisen, omdat het niet duidelijk en stellig is en geen specifieke rechtsregel of vormvoorschrift schending aanvoert. Bovendien heeft de verdachte niet binnen de wettelijke termijn een schriftuur met cassatiemiddelen ingediend, waardoor de Hoge Raad het cassatieberoep niet kan behandelen.
De conclusie van de procureur-generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak niet in behandeling neemt. De uitspraak van het gerechtshof blijft daarmee in stand.