ECLI:NL:PHR:2025:326
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, op 27 oktober 2023 een arrest gewezen waarin het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene is vastgesteld op € 5.185,80. De betrokkene is verplicht gesteld dit bedrag aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Daarnaast is de duur van de gijzeling vastgesteld op 103 dagen. Er bestaat samenhang met een andere zaak, genummerd 23/04376, waarover ook een conclusie wordt getrokken. Het cassatieberoep is ingesteld door de betrokkene, vertegenwoordigd door advocaat K.W. van Nieuwkerk uit Utrecht, die één cassatiemiddel heeft voorgesteld. Dit middel is ingediend naar aanleiding van een brief van de president van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin wordt gesteld dat een van de raadsheren van de zittingscombinatie niet in de hoedanigheid van raadsheer-plaatsvervanger de ambtseed had afgelegd. Dit zou betekenen dat de uitspraak niet is gedaan door het wettelijk vereiste aantal rechterlijke ambtenaren. De procureur-generaal heeft in zijn conclusie van 23 april 2024 in de zaak met nummer 23/04238 aangegeven dat het middel terecht is voorgesteld. Er zijn geen ambtshalve gronden aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak zouden moeten leiden. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan.