ECLI:NL:PHR:2025:50
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen veroordeling voor geweldsdelicten met betrekking tot overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1997, bij arrest van 8 september 2022 door het gerechtshof Den Haag veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf, waarvan twee maanden voorwaardelijk, wegens diefstal met geweld. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaten R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo twee middelen van cassatie hebben voorgesteld. Het eerste middel betreft de klacht dat de strafoplegging onvoldoende gemotiveerd is, omdat het hof eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten heeft betrokken bij de strafmotivering, terwijl de verdachte slechts éénmaal eerder was veroordeeld. Het hof heeft geoordeeld dat de eerdere veroordelingen de verdachte er niet van hebben weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen. Het tweede middel betreft de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, omdat de stukken te laat door het hof zijn ingezonden. De Hoge Raad concludeert dat het eerste middel faalt, maar het tweede middel slaagt, zonder dat dit leidt tot cassatie. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.