ECLI:NL:PHR:2025:585
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen veroordeling voor opzetheling en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte, die door het gerechtshof Den Haag is veroordeeld voor opzetheling en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte, geboren in Frankrijk in 1977, kreeg een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd. Het hof oordeelde dat de verdachte wist dat de auto die hij voorhanden had, een door misdrijf verkregen goed was. De verdachte had de auto geleend van een kennis, maar het hof vond dat hij onvoldoende onderzoek had gedaan naar de herkomst van de auto. De conclusie van de Procureur-Generaal, T.N.B.M. Spronken, is dat het middel slaagt, omdat de bewezenverklaring onvoldoende gemotiveerd is. De zaak wordt terugverwezen naar het hof Den Haag voor herbehandeling. De Procureur-Generaal merkt op dat de redelijke termijn van artikel 6 lid 1 EVRM is overschreden sinds het instellen van het cassatieberoep. De conclusie strekt tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar alleen voor de beslissingen over de opzetheling en de strafoplegging.