“1. [A] B.V. en/of [B] B.V. op een of meer tijdstippen in de periode van 11 september 2013 tot en met 1 augustus 2014 te [plaats] , meermalen,
als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, opzettelijk deze in valse vorm voor dit doel ter beschikking heeft/hebben gesteld, aan ambtenaren van de Belastingdienst, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
immers heeft/hebben [A] B.V. en/of [B] B.V. opzettelijk
facturen ten name van [C] B.V. gericht aan [B] B.V. te weten:
een factuur d.d. 01-01-2009 voorzien van factuurnummer 29400063, voor een totaalbedrag van 148.750,00
een factuur d.d. 02-12-2009 voorzien van factuurnummer 29403222, voor een totaalbedrag van 149.940,00
en
een factuur ten name van [D] gericht aan [B] B.V. te weten:
een factuur d.d. 30 juli 2013 voorzien van factuurnummer 13080096, voor een totaalbedrag van 7.919,45
aan ambtenaren van de Belastingdienst ter beschikking gesteld,
bestaande de valsheden hierin dat op die geschriften, in strijd met de waarheid, melding is gemaakt van het inkopen van goederen en/of diensten en/of werkzaamheden door [B] B.V. bij [C] B.V. en [D] , terwijl die inkopen en/of diensten en/of werkzaamheden niet hebben plaatsgevonden, althans niet tegen de op die geschriften vermelde geldwaarden hebben plaatsgevonden,
aan welke bovenomschreven gedragingen verdachte telkens feitelijk leiding heeft gegeven;
2. [B] B.V. op tijdstippen in de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2013 in Nederland, meermalen,
telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten elektronische maandaangiften voor de omzetbelasting ten name van [B] B.V., te weten:
een elektronische maandaangifte omzetbelasting over het tijdvak mei 2009 en
een elektronische maandaangifte omzetbelasting over het tijdvak mei 2013
telkens onjuist heeft gedaan,
immers heeft hij op/in de bij/naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst in Nederland ingeleverde/gezonden elektronische maandaangiften voor de omzetbelasting telkens opzettelijk te hoge bedragen aan voorbelasting en/of telkens te hoge bedragen aan terug te vragen omzetbelasting opgegeven en/of vermeld, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven,
aan welke bovenomschreven gedragingen verdachte telkens feitelijk leiding heeft gegeven.”