Conclusie
1.Inleiding
poko poko no por ta un kaya di un solo direkshon'(5.16 en 6.31). Als burgers en bedrijven in de Cariben geduld moeten hebben met de overheid en uitingen van overheidsdienaren niet altijd even letterlijk mogen nemen, mag van de overheid ook een zekere soepelheid worden verlangd bij de uitleg van en de reactie op uitingen van belastingplichtigen. In deze procedure kan echter ook een reciproke toepassing van ‘poko poko’ belanghebbende niet baten (6.27).
2.De feiten en het geding in feitelijke instanties
De feiten
3.Het geding in cassatie
eerste klachthoudt het verwijt in dat het Hof is afgeweken van de tekst van de wet door te oordelen dat indien na de aangifte geen betaling volgt volgens de wet geen verrekening mogelijk is. Volgens belanghebbende spreken art. 1 en art. 11 LIDB zich niet uit over verrekening op het moment waarop de burger een aangifte indient. Daarom staat die bepaling volgens belanghebbende, anders dan het Hof heeft geoordeeld (2.10 en 2.13), niet in de weg aan verrekening van op aangifte te betalen belastingen.
tweede klachthoudt in dat het Hof ten onrechte het beroep van belanghebbende op art. I.1 van de Staatsregeling van Aruba heeft verworpen (2.11). Art. 11 van de LIDB discrimineert en had dus volgens belanghebbende krachtens art. I.22 van de Staatsregeling onverbindend moeten worden verklaard. Het discriminerende karakter van art. 11 LIDB klemt volgens belanghebbende temeer omdat het land Aruba traag is met het betalen van schulden, terwijl geen rechtsmiddelen ter incasso kunnen worden genomen omdat alsdan gesteld wordt dat de goederen waarop getracht wordt verhaal te nemen tot de openbare dienst behoren.
derde klachtkeert zich niet uitdrukkelijk tegen de uitspraak van het Hof; belanghebbende voert aan dat de Inspecteur pas in de eerste aanleg het verrekeningsbeleid heeft opgeworpen. Dit beleid was belanghebbende niet eerder bekendgemaakt, ook niet nadat zij een beroep op verrekening had gedaan. Naar ik begrijp, wil belanghebbende hiermee klagen over de overwegingen – weergegeven in 2.12 – die het Hof aan dit verrekeningsbeleid heeft gewijd.
4.Verrekening van belastingschulden in Aruba en Nederland
Inleiding
lex specialisis die civielrechtelijke verrekening van belastingschulden uitsluit, ook voor gevallen waarop art. 24 IW 1990 niet ziet, en dat daarin geen verandering is gekomen met de inwerkingtreding van de vierde tranche Awb.
5.Algemene rechtsbeginselen in Aruba
interneverrekeningsfactuur van de Directie Financiën. De interne verrekeningsfactuur is het bewijsstuk dat de openstaande facturen aan de leverancier zijn betaald, voor een bedrag tot maximaal het bedrag dat de leverancier aan
lopendebelastingen of invoerrechten en accijnzen gaat betalen met deze interne verrekeningsfactuur. De betaling geschiedt dus over en weer met gesloten beurzen (non cash transactie).
uiterlijk de 15e van de maandvolgende het tijdvak waar het betrekking op heeft
en vóór 12.00 uur ’s middagsmoet indienen bij de kassier van de Ontvanger met de belastingaangifteformulieren.
10e van de maandvolgende het tijdvak waar het betrekking op heeft.
info@finance.gov.aw, Departamento di Impuesto
info@siad.awDepartamento di Aduana info@siad.aw.”
contra legem) beginselen van behoorlijk bestuur. De afweging tussen het legaliteitsbeginsel en de mogelijke
contra legemwerking van algemene (bestuurs)rechtsbeginselen zoals het vertrouwensbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel is in de Cariben een iets andere in verband met de andere dan Hollandsche maatschappelijke, sociale, culturele en bestuurlijke context waarin die afweging aldaar gemaakt moet worden. Zij worden minder
contra legemtoegepast. [26]
6.Beoordeling
eerste klachthoudt het verwijt in dat het Hof is afgeweken van de tekst van de wet door te oordelen dat indien na de aangifte geen betaling volgt, volgens de wet geen verrekening mogelijk is. Volgens belanghebbende spreken art. 1 en art. 11 LIDB zich niet uit over verrekening op het moment waarop de burger een aangifte indient. Daarom staat die bepaling volgens belanghebbende, anders dan het Hof heeft geoordeeld (2.10 en 2.13), niet in de weg aan verrekening van op aangifte te betalen belastingen.
tweede klachtvan belanghebbende houdt in dat het Hof ten onrechte haar beroep op art. I.1 van de Staatsregeling van Aruba heeft verworpen (2.11). Art. 11 van de LIDB discrimineert en had dus volgens belanghebbende krachtens art. I.22 van de Staatsregeling onverbindend moeten worden verklaard. Het discriminerende karakter van art. 11 LIDB klemt volgens belanghebbende temeer omdat het land Aruba traag is met het betalen van schulden terwijl geen rechtsmiddelen ter incasso kunnen worden genomen omdat alsdan gesteld wordt dat de goederen waarop getracht wordt verhaal te nemen tot de openbare dienst behoren.
derde klachtkeert zich niet uitdrukkelijk tegen de uitspraak van het Hof; belanghebbende voert aan dat de Inspecteur pas bij de behandeling van het beroep het verrekeningsbeleid heeft opgeworpen. Dit beleid was belanghebbende niet eerder bekendgemaakt, ook niet nadat zij een beroep op verrekening had gedaan.
uiterlijk de 15e van de maandvolgende het tijdvak waar het [de lopende belastingverplichting – RJK] betrekking op heeft
en vóór 12.00 uur ’s middags”. De Inspecteur kan niet worden verweten dat verzuimd heeft belanghebbende te verwijzen naar een reeds voor haar gesloten loket.
poko poko no por ta un kaya di un solo direkshon’(5.16). Als burgers en bedrijven in de Cariben geduld moeten hebben met de overheid en uitingen van overheidsdienaren niet altijd even letterlijk mogen nemen, mag van de overheid ook een zekere soepelheid worden verlangd bij de uitleg van en de reactie op uitingen van belastingplichtigen. In deze procedure kan echter ook een reciproke toepassing van ‘poko poko’ belanghebbende niet baten. De Inspecteur behoefde de bij de aangiften gevoegde stukken überhaupt niet te lezen (6.27), laat staan dat hij ze soepel moest uitleggen en belanghebbende zou moeten begeleiden naar de juiste procedure voor verrekening. Al met al is deze procedure niet het geschikte instrument om het debiteurenprobleem van belanghebbende op te lossen. Maar aan te bevelen is dat het land Aruba zich inzet voor een soepele toepassing van het nuttige en praktische verrekeningsbeleid uit de Bekendmaking.