Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 augustus 2017 in de zaak tussen
[de vrouw] , eiseres,
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de besloten vennootschap B.V. [bedrijf] , te Amsterdam, (gemachtigde: mr. S. Stavenuiter).
Procesverloop
Overwegingen
- door opnieuw te beoordelen of het bouwplan voldoet aan de in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro gestelde vereisten;
- door de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van het bouwplan opnieuw te berekenen en opnieuw te motiveren hoe een eventuele significante toename kan worden opgevangen. Indien de toename kan worden opgevangen door parkeren in nabijgelegen parkeergarages, dient verweerder dit te onderbouwen;
- door te motiveren waarom het belang van de realisering van het bouwplan zwaarder weegt dan de belangen van de bewoners gelet op de substantiële afname van de bezonning. Daarbij dient de feitelijke afname van de bezonning op de van belang zijnde gevelopeningen en de invloed van de balkons/overstekken te worden betrokken.
welvoldaan aan de lichte TNO-norm. Dit betekent dat in twee maanden in de getoetste periode niet wordt voldaan aan de lichte TNO-norm, waarbij het gaat om elf van de in totaal 22 getoetste gevelopeningen, 9 meer dan in de bestaande situatie. De rechtbank overweegt dat haar oordeel dat het gaat op een substantiële afname ziet op het aantal gevelopeningen, waarbij niet aan de norm wordt voldaan. De kennelijke verschrijving maakt het oordeel van de rechtbank daarom niet anders.
De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op in totaal € 3.337,50, Een gedeelte daarvan ter hoogte van € 1.237,50 is de vergoeding voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus met een waarde per punt van € 495,- en een wegingsfactor 1). Eisers hebben daarnaast gevraagd om vergoeding van de kosten van de door hen ingeschakelde deskundigen, namelijk de bezonningsingenieur.nl en monumentenadvies.nl. Bij de vraag of het inroepen van een deskundige redelijk was is van belang of degene die deze deskundige heeft ingeroepen, gezien de feiten en omstandigheden zoals die bestonden ten tijde van inroeping, ervan mocht uitgaan dat de deskundige een relevante bijdrage zou leveren aan een voor hem gunstige beantwoording door de rechter van een voor de uitkomst van het geschil mogelijk relevante vraag. [2] Naar het oordeel van de rechtbank was daarvan sprake. In de factuur van de bezonningsingenieur.nl is niet door middel van een specificatie onderbouwd hoeveel uren waren gemoeid met het opstellen van het rapport. De rechtbank acht een tijdsbeslag van 15 uur voor het bezoek en opstellen van het deskundigenrapport redelijk. Uitgaande van een forfaitair bedrag van € 75,- per uur komt daarom € 1.125,- voor vergoeding in aanmerking. In de factuur van monumentenadvies.nl is het aantal uren wel gespecificeerd, namelijk 9 uur voor het opstellen van het rapport en 4 uur voor het verschijnen van de deskundige [de persoon 5] op de zitting. Uitgaande van een forfaitair bedrag van € 75,- per uur komt dan € 975,- voor vergoeding in aanmerking.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2017.