Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Procesgang
2.Voorgeschiedenis
Staatsanwaltschaftte Lüneburg (Duitsland) een Europees aanhoudingsbevel (hierna: EAB I) uitgevaardigd, strekkende tot de aanhouding en overlevering van verzoeker aan Duitsland, in verband met een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek.
Supreme Courten de Ierse
High Court,of het Openbaar Ministerie in Lübeck (Duitsland) en het Openbaar Ministerie in Zwickau (Duitsland) rechterlijke autoriteiten zijn als bedoeld in het Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (hierna: het Kaderbesluit). Uit het arrest van het HvJ EU volgt dat – kort gezegd – het Openbaar Ministerie in Lübeck en het Openbaar Ministerie in Zwickau niet als rechterlijke autoriteiten in de zin van het Kaderbesluit kunnen worden aangemerkt.
Amtsgerichtte Lüneburg, zal worden behandeld op een zitting van de rechtbank. De inhoud van dit EAB was gelijkluidend aan de inhoud van EAB I. Op 5 juni 2019 is de overleveringsdetentie overgegaan van EAB I op EAB II.
3.Verzoeken
€ 3.120,-voor de ondergane vrijheidsbeneming van verzoeker in Nederland in de overleveringsprocedure (EAB I), nader gespecificeerd:
€ 550,-voor de kosten die in verband met het (opstellen, indienen en behandelen) van de verzoeken zijn gemaakt.
4.Standpunt van het Openbaar Ministerie
5.Toetsingskader
6.Oordeel van de rechtbank
€ 550,- toewijzen.
7.Beslissing
WIJST TOEde verzoeken tot schadevergoeding en vergoeding van kosten van rechtsbijstand ten bedrage van:
- € 3.120,-vanwege vrijheidsbeneming van verzoeker in Nederland in de overleveringsprocedure (EAB I) en
- € 550,
-voor de kosten die in verband met het opstellen, indienen en behandelen van de verzoeken zijn gemaakt.