Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 maart 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
Conclusie
Wat is de aanleiding voor deze rechtszaak?
Mag de gemeente aan eiser een boete opleggen?
(artikel 21a van de Huisvestingswet).De hoger beroepsrechter heeft al eerder geoordeeld dat als een woning wordt verhuurd aan toeristen - al is het voor één nacht - de woning daarmee is onttrokken aan de woningvoorraad. Als iemand zijn of haar woning verhuurt aan toeristen, wijzigt de functie van het gebruik van de woning immers. De woning is dan niet meer beschikbaar voor duurzame bewoning. Dit geldt ook als iemand zijn hoofdverblijf nog wel in de woning heeft op het moment dat hij of zij deze verhuurt aan toeristen. [3] Als een woning gedeeltelijk wordt verhuurd aan toeristen, is er namelijk sprake van gedeeltelijk onttrekking van de woning aan de woningvoorraad (een deel van de woning is niet meer beschikbaar voor duurzame bewoning). Bij de verhuur aan toeristen is dus een onttrekkingsvergunning vereist. [4]
(neergelegd in artikel 3.1.2, vierde en vijfde lid van de Huisvestingsverordening: twee verschillende vormen van verhuur aan toeristen).In deze regels maakt de gemeente een uitzondering op de hoofdregel dat er bij vakantieverhuur een onttrekkingsvergunning moet worden aangevraagd. Als er wordt voldaan aan alle strikte voorwaarden van de gemeente (onder andere maximaal vier toeristen per nacht), mag iemand zijn woning verhuren zonder onttrekkingsvergunning. [5] Dit heet begunstigend beleid. De hoger beroepsrechter oordeelde onlangs dat dit begunstigend beleid over vakantieverhuur onverbindend is. Dit betekent dat de manier waarop de gemeente het begunstigend beleid toepaste, niet (meer) geldig is. De reden hiervoor is dat artikel 21a van de Huisvestingswet (waarin het verbod op onttrekking staat) de gemeenteraad geen bevoegdheid geeft om vrijstelling te verlenen van de vergunningenplicht. Er is bij vakantieverhuur volgens de regels dus altijd een onttrekkingsvergunning nodig en begunstigend beleid is niet toegestaan.
Allereerst moet er sprake zijn van een overtreding van de Huisvestingswet. Zonder overtreding kan de gemeente geen boete opleggen. Van een overtreding van de Huisvestingswet is na de recente uitspraak van de hoger beroepsrechter dus altijd sprake bij vakantieverhuur zonder een onttrekkingsvergunning. Voor de uitspraak van de hoger beroepsrechter was de besluitvorming van de gemeente zo dat zij concludeerde dat als aan alle voorwaarden uit het begunstigend beleid was voldaan, er geen onttrekkingsvergunning nodig was. Dit kan nu niet meer.
De tweede stap is dat de gemeente bij een overtreding kan beslissen om daarvoor een boete op te leggen
(artikel 35 van de Huisvestingswet en artikel 4.2.2. van de Huisvestingsverordening).De hoger beroepsrechter heeft in haar recente uitspraak geoordeeld dat de gemeente bij de beslissing om daadwerkelijk een boete op te leggen rekening kan houden met de feiten en omstandigheden uit haar begunstigend beleid
.
(artikel 21a is overtreden).De gemeente is bij deze overtreding van de Huisvestingswet bevoegd een boete op te leggen
(artikel 4.2.2. van de Huisvestingsverordening).Eiser kan als overtreder worden aangemerkt omdat hij de woning verhuurde aan toeristen. De gemeente is dus bevoegd om aan eiser een boete op te leggen.
Moet de gemeente de boete van € 20.500,-, verlagen?
Krijgt eiser de kosten van deze procedure vergoed?
Beslissing
Bent u het niet eens met deze beslissing?
BIJLAGE I
Procesverloop
Onderzoek naar de woning 3 november 2018
Boetebesluit op bezwaar 29 april 2019
BIJLAGE II
Wettelijk kader
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Huisvestingswet 2014
3. De gemeenteraad stelt in de huisvestingsverordening het bedrag vast van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd.
Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
Artikel 1 onder d Definities
a. anders dan ten behoeve van bewoning of het gedeeltelijk gebruik als kantoor of
praktijkruimte door de eigenaar aan de bestemming tot bewoning worden onttrokken; of
b. anders dan ten behoeve van de bewoning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar geheel of gedeeltelijk met andere woonruimte worden samengevoegd, mits en zolang de bestemming tot bewoning overheersend blijft.
4. Voor het gedeeltelijk onttrekken aan de bestemming tot bewoning ten behoeve van bed & breakfast is geen vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet noodzakelijk mits en zolang:
a. de hoofdbewoner de woning als hoofdverblijf heeft en deze bewoner ook als zodanig in de basisadministratie staat ingeschreven;
b. de bestemming tot bewoning overheersend blijft;
c. aan niet meer dan vier personen per nacht onderdak wordt verleend; en
d. de hoofdbewoner, voordat het gebruik ten behoeve van bed & breakfast start, het gebruik heeft gemeld bij burgemeester en wethouders.
2. Burgemeester en wethouders leggen een boete op:
b. voor de eerste overtreding van artikel 21 a, b, c of d van de wet overeenkomstig kolom A van de in bijlage 3 genoemde tabel 2;