ECLI:NL:RBAMS:2021:4258

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
16 augustus 2021
Zaaknummer
13/751527-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel met betrekking tot seksuele uitbuiting van kinderen

Op 15 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 13 mei 2021 en betreft een EAB dat op 7 april 2021 door de District Court of Legnica in Polen is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1993 in Polen, is gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in het land. Tijdens de openbare zitting op 1 juli 2021 werd de zaak behandeld via een videoverbinding, waarbij de officier van justitie mr. C.L.E. McGivern aanwezig was, evenals de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. M. de Klerk.

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en het EAB onderzocht. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van een strafbaar feit dat onder de lijst van bijlage 1 van de Overleveringswet valt, namelijk seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het feit in redelijkheid heeft aangeduid en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering van de opgeëiste persoon toe te staan, aangezien het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751527-21
RK nummer: 21/2638
Datum uitspraak: 15 juli 2021
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 13 mei 2021 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 7 april 2021 door
the District Court of Legnica – III Criminal Department(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1993
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 1 juli 2021. Het verhoor heeft plaatsgevonden via een videoverbinding in tegenwoordigheid van de officier van justitie
mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Klerk, advocaat te Haarlem, en door een tolk in de Poolse taal.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een
decision of the Regional Court of Glogów of
29 December 2020 (Il Kp 717/20) on application of preventive measure in form of a pre-trial detention for a period of 14 days since the day of arrest in case file No. PR 4 Ds. 327.2020.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Pools recht strafbaar feit.
Dit feit is omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

4.Strafbaarheid

Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit het strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 4, te weten:
Seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie.
Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op het feit naar Pools recht een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.
De raadsman heeft aangevoerd dat het lijstfeit niet in redelijkheid is aangekruist aangezien uit de feitsomschrijving van het EAB blijkt dat sprake is van seksueel contact met een minderjarige en niet van seksuele uitbuiting van kinderen of kinderpornografie.
Het is in beginsel aan de uitvaardigende justitiële autoriteit om te beoordelen of een feit waarvoor overlevering wordt verzocht al dan niet onder de hiervoor genoemde lijst valt en welk feit dient te worden aangekruist. Enkel in gevallen waarin sprake is van een evidente tegenstrijdigheid tussen de feitsomschrijving en de aangekruiste categorie zou dit tot de conclusie moeten leiden dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het feit niet in redelijkheid heeft aangeduid als feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt.
De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is en dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het lijsfeit in redelijkheid heeft aangekruist.

5.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering te worden toegestaan.

6.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the District Court of Legnica (Polen).
Aldus gedaan door
mr. H.P. Kijlstra, voorzitter,
mrs. M.T.C. de Vries en E.G.M.M. van Gessel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juli 2021.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.