Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
opvoeding die tegen deze huidige maatschappij gericht is.
Slechts in de subcultuur waarin zij is opgegroeid lijkt zij te kunnen functioneren. De confrontatie van haar opvoeders in het verleden met de psychiatrie en de teleurstelling over de opvang van haar broer door de psychiatrische instanties verklaren haar afkeer en in haar ogen terechte afwijzing van een psychiatrische expertise.
volledig arbeidsongeschikt acht met oog op de normen die deze maatschappij aan haar stelt in het arbeidsproces; een gedwongen poging haar hierin deel te laten nemen zal m.i. tot een psychische decompensatie leiden.’
Moeder en haar vriend hadden beiden een psychiatrisch verleden en wilden zich afkeren van de maatschappij om in een eigen gecreëerde subcultuur geen last meer te hebben van de eisen van de gevestigde maatschappij. De kinderen moesten hierin mee. De vader heb ik nooit gekend.
Door deze opvoeding hebben zij nooit goed kunnen functioneren binnen in het ‘normale’ leven. Beide andere kinderen zijn hetzij door erfelijke belasting, hetzij door deze opvoeding psychisch gedecompenseerd. Betrokkene is mogelijk deze dans ontsprongen door de bepalende invloed van de partner van haar moeder met wie zij zo rond deze leeftijd (17-18 jaar) is gaan samenwonen en met wie zij later twee kinderen kreeg. Op de leeftijd van 17-18 jaar leefde zij ver van deze wereld in haar eigen droomwereld en was absoluut geestelijk en lichamelijk niet in staat om ‘normaal’ te functioneren.
Ik acht haar psychisch momenteel ook niet in staat om langdurend in onze maatschappij te functioneren gezien de eisen die het aan haar stelt. Ik heb nog slechts aantekeningen vanaf 1994.’
Binnen de relatie waren haar moeder (enkele jaren) en haar zus (ruim 15 jaar) medeminnaressen. De autonomie van patiënte lijkt gebrekkig en zij lijkt te worden gemanipuleerd.’
In relatie met de vader van haar kinderen werd ze onderdrukt, verbaal en fysiek mishandeld. (…).’
specifiekegeval geen toereikende motivering waarom eiseres geen geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel kan doen. De omstandigheid dat eiseres twee kinderen met de stiefvader heeft gekregen en dat de zus van eiseres zich eerder dan eiseres aan de relatie met de stiefvader heeft weten te onttrekken, is in dit geval niet relevant nu die omstandigheden zich geruime tijd na 1982 hebben voorgedaan. Naar het oordeel van de rechtbank is verweerders standpunt – door alleen te verwijzen naar het algemene uitgangspunt dat een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling op het individu is toegesneden – ook op dit punt, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden van dit geval, onvoldoende deugdelijk gemotiveerd.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na het gezag van gewijsde krijgen van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.136,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op