Op 16 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Sąd Okręgowy w Zielonej Górze in Polen. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Polen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 2 mei 2023 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, R.J. Jager, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de overlevering op grond van artikel 12 van de Overleveringswet (OLW) moet worden geweigerd. Dit besluit is genomen omdat de rechtbank niet met zekerheid kon vaststellen dat de opgeëiste persoon aanwezig was bij de procedure in eerste aanleg, noch dat zijn advocaat daarbij aanwezig was. De rechtbank heeft geconstateerd dat er tegenstrijdigheden waren in de informatie die door de uitvaardigende justitiële autoriteit was verstrekt, en dat de opgeëiste persoon niet op de hoogte was van het hoger beroep dat tegen hem was ingesteld.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW van toepassing is, omdat de verdediging van de opgeëiste persoon niet adequaat was gewaarborgd. De rechtbank heeft daarom de overlevering geweigerd en de overleveringsdetentie opgeheven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.