Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Office of the Prosecutor of the Republic at the Court of Genoa(Italië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
executive sentence of the Court of Genoa(Italië)
, issued on 14th November 2016 and enforceable on 1st April 2018(referentienummer: 2517/2016 R G TRIB).
provvedimento di cumolo) genomen (referentienummer: 1064/2022 SIEP). In die cumulatiebeslissing [1] worden de openstaande (vrijheids)straffen van de opgeëiste persoon genoemd, waaronder de hiervoor vermelde vrijheidsstraf van zes maanden. Overwogen wordt dat ter nakoming van het beginsel van samenvallende straffen één straf moet worden vastgesteld die
in concretodoor de veroordeelde moet worden uitgezeten. De cumulatiebeslissing bepaalt dat de totale resterende vrijheidsstraf 8 jaar, 2 maanden en 8 dagen bedraagt en ten uitvoer moet worden gelegd.
the Court of Appealhet vonnis in eerste aanleg heeft bevestigd op 5 februari 2018. Uit de aanvullende informatie, gelezen in samenhang met de vraagstelling van het IRC, maakt de rechtbank op dat in hoger beroep definitief is geoordeeld over de schuld van de opgeëiste persoon en de strafoplegging, nadat de zaak in feite en in rechte ten gronde is behandeld. De rechtbank zal daarom alleen de beslissing in hoger beroep toetsen aan artikel 12 OLW.
4.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Detentieomstandigheden
European Committee for the prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(CPT) van 24 maart 2023 en de actuele gegevens van non-gouvernementele organisatie Antigone geldt ten aanzien van zes van die zestien detentiecentra (Napoli Secondigliano, Campobasso, Civitavecchia Nuovo Complesso, Turi, Trani vrouwengevangenis, Nuoro) thans geen algemeen gevaar meer.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Office of the Prosecutor of the Republic at the Court of Genoa(Italië) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.