Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De feiten
C. Cosmetics and Care B.V.en
C. Cosmetics and Care Holding B.V.(hierna samen aangeduid als: het bedrijf van de vrouw).
OVEREENKOMST VAN GELDLENING
a) Schuldeiser op 14 april 2014 een bedrag van € 20.000 ter leen heeft verstrekt aan Schuldnemer, ter zake hiervan Schuldnemer een schuld heeft aan Schuldeiser en Schuldeiser een vordering heeft op Schuldnemer ter grootte van € 20.000;
a) Schuldnemer in staat van faillissement wordt verklaard (…);
2. Leningen
(…) Volgens mijn accountant zijn de leningen verstrekt aan c.cosmetics and care holding bv. Het voorgestelde rentepercentage van 2% te rekenen vanaf 1 januari 2010 zonder rente op rente is akkoord.”
De aflossing van € 80.000 is conform je verzoek verwerkt in de administratie 2019 van C.cosmetics&care Holding B.V. Grootste deel is gebruikt om het saldo nog te betalen rente à € 78.532 af te lossen. Restant à € 1.468 is in mindering gebracht op het saldo van de lening zelf. (..)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
welhandelde ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf waarvan zij bestuurder was. De borgtocht is dus geen particuliere borgtocht. Dit betekent dat de borgtocht niet op schrift hoeft te zijn gesteld. De man kan de vrouw daarom als borg aanspreken. In dat kader geldt wel de afspraak dat zij pas uit hoofde van borgtocht kan worden aangesproken zodra zij over voldoende financiële middelen beschikt. De daartoe strekkende onder I gevorderde verklaring voor recht zal, voor zover deze ziet op de borgstelling van de vrouw, daarom worden toegewezen.