Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 maart 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
8 juni 2022 het bestreden besluit herzien en de bestuurlijke boete verlaagd naar € 11.600,- wegens beperkte ernst van de overtreding. Eiseres heeft de rechtbank laten weten haar beroep te handhaven.
Beoordeling door de rechtbank
.De gegrondheid van het beroep is uitsluitend gelegen in de overschrijding van de redelijke termijn. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
26 september 2019 aan eiseres kenbaar is gemaakt. Op die datum is de termijn gaan lopen. Dit betekent dat op het moment van de uitspraak in deze zaak de tweejaarstermijn met twee jaar en acht maanden is overschreden. Deze vertraging is deels te wijten aan de ontwikkeling van het matigingsbeleid door het college, waardoor deze zaak later is behandeld. Daarnaast heeft de rechtbank de zaak een keer verplaatst wegens het plannen van een zitting op een verhinderdata van partijen. De rechtbank ziet aanleiding om de boete met 10% te matigen, te weten € 1.160,-.