Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 april 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , te Uithoorn, eiseres
de Raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten
7 maart 2024 heeft eiseres beroepsgronden ingediend gericht tegen het vierde deelbesluit.
Beoordeling door de rechtbank
Woo-verzoek van eiseres. De rechtbank doet dit door de beroepsgronden van eiseres te bespreken tegen de vier deelbesluiten.
deze datum een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Vervolgens heeft verweerder op
22 augustus 2023 bekendgemaakt dat het verzoek in deelbesluiten zal worden afgehandeld. Verweerder heeft het eerste deelbesluit op 22 augustus 2023, het tweede deelbesluit op
21 november 2023, het derde deelbesluit op 28 november 2023 en het vierde deelbesluit op 30 januari 2024 genomen.
5 oktober 2022. Eiseres heeft daarom geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van de beslissing op bezwaar van 5 oktober 2022. De rechtbank zal daarom het beroep tegen dat besluit niet-ontvankelijk verklaren. De rechtbank zal later in de uitspraak terugkomen op de gevolgen hiervan.
oud-medewerkers is gezocht, stelt eiseres zich op het standpunt dat de selectie te beperkt is geweest.
46 documenten overgebleven die onder de reikwijdte vallen. Verweerder heeft deze documenten, voor zover deze nog niet openbaar zijn, deels openbaar gemaakt.
Conclusie en gevolgen
28 november 2023 en 30 januari 2024 is ongegrond.
5 november 2021. [6] Daaruit volgt volgens eiseres dat proceskosten die door een derde voor zijn of haar rekening zijn genomen ook voor vergoeding in aanmerking komen. Eiseres betaalt niets aan haar gemachtigden en de gemachtigden betalen niets aan eiseres. De gemachtigden van eiseres voeren deze procedures voor de cliënten die het kantoor bijstaat bij een verdenking van overtreding van de Wet op de kansspelen. Die cliënten betalen de proceskosten voor het voeren van deze Woo-procedure, aldus eiseres.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen de beslissing op bezwaar van 5 oktober 2022
- verklaart het beroep tegen de vier deelbesluiten van 22 augustus 2023, 21 november 2023, 28 november 2023 en 30 januari 2024 ongegrond;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 184,- aan eiseres moet vergoeden.
mr. M.C. Werner, leden, in aanwezigheid van