Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 december 2024 in de zaak tussen
[eiser] , te [plaats] , eiser
de Dienst Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Het verloop van de procedure na de tussenuitspraak
Beoordeling van de rechtbank
15 november 2024 heeft hersteld.
1 juli 2029. Volgens de deskundige genoot eiser tussen 2019 en 2021 inkomen vanuit een payroll constructie. Vanaf 2022 ontving eiser een WIA-uitkering [6] . Er zijn geen aanknopingspunten gevonden waaruit is gebleken dat eiser toen pensioen heeft opgebouwd, aldus de deskundige.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, het herziene bestreden besluit en de aanvulling op het herziene bestreden besluit voor zover deze betrekking hebben op de schadeposten genoemd in overweging 12.1 en bepaalt dat verweerder een aanvullende schadevergoeding van € 168.050,- aan eiser dient toe te kennen;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde gedeeltes van deze besluiten;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van
mr. L.Z. Achouak el Idrissi en mr. J.C.S. van Limburg Stirum, leden,in aanwezigheid van mr. N.J.A. van Eck, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
16 december 2024.