Op 23 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door Polen. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1994, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft eerder op 3 april 2025 een tussenuitspraak gedaan, waarin het onderzoek ter zitting werd heropend. Tijdens de zitting op 20 maart 2025 was de officier van justitie, mr. M. Al Mansouri, aanwezig, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. F.P. Slewe. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenneming bevolen.
In de tussenuitspraak van 3 april 2025 is geoordeeld over de grondslag en inhoud van het EAB, evenals over de weigeringsgronden en de detentieomstandigheden in Polen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er naast het huidige EAB nog twee andere Poolse EAB's en een Duits EAB zijn. De officier van justitie heeft gepleit voor prioriteit voor het Duitse EAB, omdat dit betrekking heeft op een ernstig strafbaar feit. De rechtbank heeft dit standpunt overgenomen en besloten dat de overlevering aan Duitsland voorrang moet krijgen boven de overlevering aan Polen.
De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de wettelijke eisen en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom staat de rechtbank de overlevering toe, met de bepaling dat de overlevering aan Duitsland voorrang heeft. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken, waarbij tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel openstaat.