Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Lublin(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgment of the District Court Lublin-Zachód in Lublinvan 7 mei 2024 met referentie
III K 1184/23. Met een arrest van 17 september 2024 van
the Regional Court in Lublinmet kenmerk
XI Ka 622/24is het vonnis in stand gelaten.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
17 september 2024 met kenmerk
XI Ka 622/24aan artikel 12 OLW zal toetsen.
III K 1184/23. Uit de aanvullende informatie namens de uitvaardigende justitiële autoriteit van 4 juni 2025 blijkt dat de oproeping voor het proces in hoger beroep op 10 juli 2024 is betekend aan ene [naam moeder] op het door de opgeëiste persoon opgegeven adres. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat [naam moeder] zijn moeder is. De opgeëiste persoon heeft voorts verklaard dat hij op 10 juli 2024 bij zijn verloofde woonde en dat hij het adres van zijn moeder als correspondentieadres doorgegeven had. De opgeëiste persoon heeft bevestigd dat hij geen nieuw adres heeft doorgegeven aan de Poolse autoriteiten.
door hemzelfingestelde hoger beroep. Het had op zijn weg gelegen om dan wel bij zijn moeder, dan wel bij de Poolse instanties, navraag te doen aangaande de stand van zaken omtrent dit hoger beroep.
5.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
7.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden Polen
algemeengevaar voor Poolse gedetineerden geen sprake is, komt de rechtbank niet toe aan de vraag of sprake is van een dergelijk
concreetgevaar voor de opgeëiste persoon.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Lublin(Polen) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.