ECLI:NL:RBAMS:2025:5327

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
1318209524
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het District Court in Gdansk, Polen. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1975, die in Nederland is ingeschreven. De officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, diende op 2 april 2025 een vordering in tot behandeling van het EAB. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak op verschillende zittingen voortgezet, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N.M.H.M. den Dekker. Tijdens de zittingen op 28 mei en 8 juli 2025 zijn de identiteit en de nationaliteit van de opgeëiste persoon vastgesteld, en is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW). In een tussenuitspraak op 11 juni 2025 heeft de rechtbank reeds geoordeeld over de grondslag en inhoud van het EAB. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 17 juli 2025 besloten de overlevering toe te staan, omdat er geen weigeringsgronden aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/182095-24 (EAB 2)
Datum uitspraak: 17 juli 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 2 april 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 16 april 2024 door the District Court in Gdansk (Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 28 mei 2025
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 28 mei 2025, in
aanwezigheid van mr. A.L. Wagenaar, officier van justitie. De opgeëiste persoon is ter zitting verschenen en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N.M.H.M. den Dekker, advocaat in ‘s-Gravenhage en door een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW)
uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met dertig dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenneming
bevolen met gelijktijdige schorsing van dat bevel tot aan de uitspraak.
Tussenuitspraak 11 juni 2025
De rechtbank heeft op 11 juni 2025 [3] een tussenuitspraak gewezen waarbij het onderzoek is heropend en voor onbepaalde tijd is geschorst om deze zaak gelijktijdig af te kunnen doen met de zaak met parketnummer 13/092730-25 (EAB I).
Zitting 8 juli 2025
De behandeling van het EAB is voortgezet op de zitting van 8 juli 2025, in aanwezigheid van mr. A.L. Wagenaar, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet ter zitting verschenen en is vertegenwoordigd door zijn daartoe gemachtigde raadsvrouw, mr. N.M.H.M. den Dekker, advocaat te Den Haag.
De rechtbank heeft voor sluiting van het onderzoek ter zitting de opheffing van de schorsing van het bevel gevangenneming bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Tussenuitspraak 11 juni 2025

De rechtbank stelt vast dat bij de tussenuitspraak van deze rechtbank van 11 juni 2025 reeds is geoordeeld over de grondslag en inhoud van het EAB, de strafbaarheid van de feiten, het door de raadsvrouw gedane beroep op de weigeringsgrond van artikel 6 OLW en over de vraag of het bepaalde in artikel 11 OLW in de weg staat aan overlevering. Hetgeen de rechtbank in deze tussenuitspraak heeft overwogen kan als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.

4.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

5.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

6.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
District Court in Gdansk (Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. E. Biçer en D.L.S. Ceulen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Gauneau, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 17 juli 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 OLW.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.