ECLI:NL:RBAMS:2025:5382

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
11671609 \ EA VERZ 25-490
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding tussen Uniserver B.V. en werknemer

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Uniserver B.V. en een werknemer, hierna aangeduid als [gedaagde]. De werknemer was sinds 19 augustus 2024 in dienst als Account Director met een salaris van € 8.166,67 bruto per maand. Uniserver verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van artikel 7:671b lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, stellende dat er sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie die voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet langer mogelijk maakte. De werknemer erkende de verstoorde relatie, maar stelde dat hem geen verwijt kon worden gemaakt. Beide partijen kwamen overeen dat de werknemer een vergoeding van € 7.600,- bruto zou ontvangen, waarvan een deel als transitievergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen opzegverbod was en dat de verstoorde arbeidsverhouding geen verwijt aan de werknemer opleverde. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd toegewezen met ingang van 1 september 2025, en Uniserver werd veroordeeld tot betaling van de overeengekomen vergoeding. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
fno: 33623
Zaaknummer / rekestnummer: 11671609 \ EA VERZ 25-490
Beschikking van 22 juli 2025(bij vervroeging)
in de zaak van
UNISERVER B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Uniserver,
gemachtigde: mr. M.C. Zaal,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties,
- het verweerschrift, met producties,
- de mondelinge behandeling van 3 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Namens Uniserver waren op de mondelinge behandeling aanwezig de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] met de gemachtigde. [gedaagde] was in persoon aanwezig.
1.2.
De datum voor beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

[gedaagde] is sinds 19 augustus 2024 in dienst van Uniserver als Account Director. Het salaris bedraagt € 8.166,67 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Uniserver verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671b lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW). Uniserver stelt daartoe dat daarvoor een redelijke grond aanwezig is als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 BW. Uniserver stelt daartoe - kort gezegd - dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie tussen partijen, zodanig dat van haar niet kan worden gevergd dat deze nog langer voortduurt, en dat herplaatsing van [gedaagde] binnen een redelijke termijn niet tot de mogelijkheden behoort of in de rede ligt. Uniserver is bereid [gedaagde] bij wijze van vergoeding een bedrag van € 7.600,- bruto te voldoen. Een deel van dit bedrag ziet op de transitievergoeding als bedoeld in art. 7:673 BW.
3.2.
[gedaagde] erkent dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, maar benadrukt dat hem daarvan geen verwijt kan worden gemaakt. [gedaagde] stemt in met de door Uniserver aangeboden vergoeding.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat er geen sprake is van een opzegverbod.
4.2.
Partijen zijn het er over eens dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding op grond waarvan van Uniserver niet kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst voort te laten duren en herplaatsing van [gedaagde] niet in de rede ligt, overigens zonder dat [gedaagde] hiervan een verwijt treft. Daarom zal het verzoek tot ontbinding worden toegewezen. De datum van de ontbinding zal worden bepaald op 1 september 2025. [gedaagde] zal tot de einddatum van de arbeidsovereenkomst vrijgesteld blijven van werkzaamheden.
4.3.
Nu partijen het erover eens zijn dat Uniserver [gedaagde] bij wijze van vergoeding € 7.600,- bruto zal voldoen, hoeft Uniserver niet op grond van artikel 7:686a lid 6 BW in de gelegenheid te worden gesteld haar verzoek in te trekken en zal Uniserver tot betaling van dit bedrag worden veroordeeld.
4.4.
[gedaagde] zal zo spoedig mogelijk zijn werklaptop en -telefoon inleveren bij Uniserver. De leaseauto mag [gedaagde] tot het einde van het dienstverband blijven gebruiken. Desgevraagd zal Uniserver voor [gedaagde] een getuigschrift opstellen in neutrale bewoordingen.
4.5.
De proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 september 2025,
5.2.
veroordeelt Uniserver om bij de eindafrekening van het dienstverband aan [gedaagde] te betalen het bedrag van € 7.600,- bruto,
5.3.
bepaalt dat partijen ieder de eigen kosten dragen,
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Kruisdijk en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2025.