ECLI:NL:RBAMS:2025:5955

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
13-173589-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel uit Hongarije met betrekking tot detentieomstandigheden en verdedigingsrechten

Op 14 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de Hongaarse autoriteiten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot overlevering beoordeeld, waarbij de opgeëiste persoon, geboren in 1971 in Hongarije, momenteel gedetineerd is in Nederland. De behandeling van het EAB vond plaats op 7 augustus 2025, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was, bijgestaan door haar raadsman en een tolk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet in haar verdedigingsrechten is geschaad, ondanks haar argument dat zij niet op de hoogte was van de hoger beroepprocedure in Hongarije. De rechtbank oordeelde dat de Hongaarse autoriteiten voldoende garanties hebben gegeven dat de opgeëiste persoon niet in een onveilige detentieomgeving zal worden geplaatst. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat er geen weigeringsgronden zijn die zich hiertegen verzetten. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-173589-25 (EAB IX)
Datum uitspraak: 14 augustus 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 10 juni 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 2 juni 2025 door
Szombathely Regional Court, Sentence Enforcement Group,Hongarije
,(hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[de opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] (Hongarije),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
nu gedetineerd in [Penitentiaire Inrichting] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft, gezamenlijk (maar niet gevoegd) met acht andere EAB’s [2] , plaatsgevonden op de zitting van 7 augustus 2025, in aanwezigheid van mr. W.M.L. van Poll, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door haar raadsman, mr. M.P.M. Balemans, advocaat in Amsterdam en door een tolk in de Hongaarse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met dertig dagen verlengd. [3]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenneming bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat zij de Hongaarse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een vonnis van 17 november 2022 van
the Körmend District Courtmet kenmerk 6.B.29/2021/170 – alsook het arrest in hoger beroep van 8 mei 2023 van
the Szombathely Regional Court:met kenmerk 496/2023
.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van drie jaren en vier maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde arrest.
Dit arrest betreft de feiten zoals die zijn omschreven in het EAB. [4]
3.1
Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering dient te worden geweigerd. Uit het EAB blijkt dat de opgeëiste persoon bij de behandeling van haar zaak aanwezig is geweest: dit betrof echter slechts de eerste aanleg. De opgeëiste persoon stelt dat zij niet wist dat er tegen die beslissing hoger beroep was ingesteld. Zij heeft zelf geen hoger beroep ingesteld. Zij heeft steeds gecontroleerd of er post voor haar was en zij heeft geen oproep voor de behandeling in hoger beroep ontvangen. Zij is ook niet bij die behandeling aanwezig geweest. Nu door de Hongaarse uitvaardigende justitiële autoriteit ook geen verzetsgarantie is gegeven, is de opgeëiste persoon in haar verdedigingsrechten geschonden. De overlevering dient dan ook te worden geweigerd.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering kan worden toegestaan. Uit de aanvullende informatie van de Hongaarse uitvaardigende justitiële autoriteit van 24 juli 2024 blijkt dat de advocaat van de opgeëiste persoon hoger beroep heeft ingesteld. De advocaat heeft de oproep voor het hoger beroep in ieder geval ontvangen. De oproep is tevens gestuurd naar het door de opgeëiste persoon opgegeven adres en is daar in ontvangst genomen door haar vader, [naam vader] . Hiermee is sprake van een, naar Hongaars recht, rechtsgeldige oproeping. Ook blijkt uit de aanvullende informatie dat de opgeëiste persoon een adresinstructie heeft gekregen toen zij in staat van beschuldiging werd gesteld waarin onder meer is opgenomen dat zij adreswijzigingen door moet geven. De officier van justitie stelt zich op standpunt dat de rechtbank af kan zien van weigeren, omdat de opgeëiste persoon op de hoogte was van het door de raadsman ingestelde hoger beroep en zij is opgeroepen op het door haar opgegeven adres en zij zich klaarblijkelijk niet heeft gehouden aan de adresinstructie.
Oordeel van de rechtbank
Als het proces in twee opeenvolgende instanties heeft plaatsgevonden, namelijk een procedure in eerste aanleg gevolgd door een procedure in hoger beroep, dan is de laatste van die beslissingen relevant voor de beoordeling of is voldaan aan de vereisten van artikel 4 bis, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ en artikel 12 OLW, voor zover daartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat en daarom de zaak ten gronde definitief is afgedaan. [5] De rechtbank zal daarom de procedure in hoger beroep, die geleid heeft tot het arrest van 8 mei 2023 van
Szombathely Court of Appealaan artikel 12 OLW toetsen.
Uit het EAB en de van de Hongaarse autoriteit afkomstige aanvullende informatie van 24 juli 2025 blijkt dat de opgeëiste persoon aanwezig is geweest bij vrijwel alle zittingen die geleid hebben tot het vonnis in eerste aanleg – in een enkel geval door middel van een videoverbinding met een andere rechtbank. Gedurende deze procedure werd zij steeds bijgestaan door een advocaat, Dr. Istvan Csornyi. Vermeld is dat zowel de opgeëiste persoon zelf, als haar advocaat, hoger beroep hebben ingesteld tegen het vonnis op de dag van de uitspraak, te weten: 17 november 2022. De enkele ontkenning door opgeëiste persoon op zitting is onvoldoende om hieraan te twijfelen.
Uit de aanvullende informatie blijkt verder dat opgeëiste persoon niet op een zitting in hoger beroep aanwezig is geweest, maar dat een dergelijke zitting ook heeft niet plaatsgevonden. Er was sprake van behandeling van de zaak in een
panel meeting(“
not public”), zonder aanwezigheid van advocaat of verdachte en de uitspraak is ook schriftelijk gedaan. Bij de oproep voor die
panel meetingwas wel een informatieformulier gevoegd waarin stond dat opgeëiste persoon binnen 8 dagen een openbare zitting had kunnen verzoeken, maar zij of haar advocaat hebben nagelaten een dergelijk verzoek te doen.
De advocaat van opgeëiste persoon heeft de oproep ontvangen via een door hem gedownloade notificatie op 23 januari 2023. De oproep (met het informatiefomulier) is tevens op 26 januari 2023 aan het adres gestuurd in [plaats] dat opgeëiste persoon eerder als haar adres had opgegeven. Dit adres was ook bekend in het (Hongaarse) adresregister als haar adres. De oproep is door de vader van de opgeëiste persoon, [naam vader] , in ontvangst genomen. Ook blijkt uit de aanvullende informatie dat de opgeëiste persoon een adresinstructie heeft gekregen, waarin staat dat zij iedere adreswijziging binnen 3 dagen door moest geven aan de Hongaarse autoriteiten. Overigens heeft zij niet verklaard dat dit adres niet meer juist was: zij zegt slechts dat zij de post in de gaten heeft gehouden.
Tegen deze achtergrond, en aangezien de opgeëiste persoon ook zelf hoger beroep heeft ingesteld op 17 november 2022, had het op haar weg gelegen in de gaten te houden of zij een oproep op haar adres ontving en/of contact te houden met haar advocaat. Gezien deze omstandigheden is het aan haar zelf te wijten dat zij niet van de
panel meetingop de hoogte was en niet om een openbare zitting heeft gevraagd. De rechtbank is van oordeel dat zij niet in haar verdedigingsrechten is geschaad. Zo zij niet afstand heeft gedaan van haar aanwezigheidsrecht, is zij kennelijk onzorgvuldig geweest in haar bereikbaarheid voor de autoriteiten.
De rechtbank zal daarom ervan afzien de overlevering te weigeren op grond van artikel 12 OLW.

4.Strafbaarheid

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als een zogenoemd lijstfeiten, die in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld, te weten:
oplichting.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Hongarije een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Artikel 11 OLW: Hongaarse detentieomstandigheden

Inleiding
De rechtbank heeft in eerdere uitspraken [6] op basis van het rapport van
the Comittee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading treatment or Punishment(hierna: CPT) van 3 december 2024 overwogen dat sprake is van een onveilige situatie in de penitentiaire inrichting in Tiszalök, gelet op de
ill-treatmentvan gedetineerden door het gevangenispersoneel en het geweld tussen gedetineerden onderling. Daarop heeft de rechtbank geoordeeld dat er voor gedetineerden in de penitentiaire inrichting in Tiszalök een algemeen reëel gevaar bestaat dat zij aan een onmenselijke of vernederende behandeling zullen worden blootgesteld in de zin van artikel 4 Handvest.
Bij brief van 9 juli 2025 heeft van het
Department of International Criminal Law​​​​​​​van het
Ministery of Justice of Hungaryde volgende individuele detentiegarantie ​​​​​​​opgesteld:
"The Hungarian authorities guarantee that in case the surrender of [de opgeëiste persoon] occurs, she will not be placed in the Tiszalök National Prison and — in line with our attached binding assurance — she will be transported for placement to the Szombathely National Prison as soon as possible.Our assurance is valid concerning all the already existing and future arrest warrants issued by our national authorities."
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat op basis van de door de Hongaarse uitvaardigende justitiële autoriteit verstrekte informatie een algemeen gevaar dient te worden aangenomen voor alle detentiecentra in Hongarije. Dit geldt des te meer nu de opgeëiste persoon een Roma is en Roma’s in Hongaarse detentiecentra worden gediscrimineerd. Ook blijkt uit de aanvullende informatie niet concreet hoeveel vierkante meter ruimte de opgeëiste persoon zal krijgen en hoeveel uur per dag de opgeëiste persoon buiten de cel mag verblijven. De overlevering van de opgeëiste persoon dient dan ook te worden geweigerd, aldus de raadsman.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering kan worden toegestaan. Er is geen sprake van objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens op basis waarvan een algemeen gevaar voor onmenselijke of vernederende behandeling aangenomen moet worden voor gevangenissen in Hongarije, afgezien van het algemeen gevaar dat is aangenomen voor de gevangenis in Tiszalök. De rechtbank heeft recent meermaals de overlevering toegestaan voor personen voor wie een soortgelijke garantie was afgegeven. Dat opgeëiste persoon tot de Roma behoort, maakt dit niet anders.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van haar eerder uitgezette lijn [7] , te weten dat in het algemeen geen reëel gevaar bestaat van een onmenselijke of vernederende behandeling in Hongaarse gevangenissen (met uitzondering van de gevangenis in Tiszalök). De raadsman heeft geen objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens over de detentieomstandigheden in Hongarije naar voren gebracht, die duiden op een algemeen gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling van gedetineerden – of meer specifiek: Roma – in Hongarije, buiten het gevaar dat voor Tiszalök is vastgesteld. Dergelijke gegevens zijn ook niet bij de rechtbank ambtshalve bekend. Het gevaar zoals is aangenomen voor de penitentiaire inrichting in Tiszalök ziet – zoals hiervoor opgemerkt – overigens op de
ill-treatmentvan gedetineerden door het gevangenispersoneel en het geweld tussen gedetineerden onderling; niet op de beschikbare ruimte voor gedetineerden en/of aantal uren buiten de cel.
Aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens waarover zij beschikt, gaat de rechtbank uit van de geboden zekerheid in voorgaande garantie. [8]
Uit deze individuele detentiegarantie van het
Department of International Criminal Law​​​​​​​van het
Ministery of Justice of Hungaryvan 9 juli 2025 volgt dat gegarandeerd wordt dat de opgeëiste persoon na overlevering niet zal worden geplaatst in
the Tiszalök Penitentiary Center.
Naar het oordeel van de rechtbank is, gelet op de verstrekte individuele garantie, hiermee het vastgestelde algemene reële gevaar met betrekking tot de penitentiaire inrichting in Tiszalök voor de opgeëiste persoon weggenomen. De weigeringsgrond van artikel 11 OLW staat niet aan de overlevering in de weg.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoen aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[de opgeëiste persoon]aan
the Szombathely Regional Court, Sentence Enforcement Group,Hongarije, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. B.M. Vroom-Cramer en D.L.S. Ceulen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Kloos, griffier.
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 14 augustus 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 OLW.
2.Met parketnummers 13-151946-25 (EAB I), 13-151904-25 (EAB II), 13-151916-25 (EAB III), 13-151933-25 (EAB IV), 13-167648-25 (EAB V), 13-167719-25 (EAB VI), 13-173538-25 (EAB VII), en 13-173573-25 (EAB VIII).
3.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
4.Zie onderdeel e) van het EAB.
5.Hof van Justitie van de Europese Unie, 21 december 2023, C-397/22, LM, (
6.Bijvoorbeeld Rechtbank Amsterdam 13 februari 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:1257, na de tussenuitspraak van 7 januari 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:232
8.HvJ EU van 25 juli 2018, zaak ML, ECLI:EU:C:2018:589.