Uitspraak
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 15 augustus 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
de Dienst Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten
Beoordeling door de rechtbank
Daartegenover overweegt de rechtbank dat het in dit soort zaken gaat om mogelijke gedupeerden van een onrechtmatige overheidshandeling. Het kabinet heeft erkend dat in het verleden grote fouten zijn gemaakt en het doel van de regeling is om recht te doen aan mensen die onrecht is aangedaan en deze te compenseren. Het kabinet heeft daarom aangegeven dat het zich ruimhartig zal opstellen tegen gedupeerden. In dit verband kent verweerder bijvoorbeeld de mogelijkheid om coulant om te gaan met termijnoverschrijdingen in de bezwaarfase. [4] Ook verweerder heeft een langere termijn om de bezwaren van mogelijke gedupeerden af te handelen. [5] Een te strikte benadering van de hardheidsclausule bij situaties waarin de aanvraagtermijn is overschreden, past daarbij niet. Gelet op de aard van deze bijzondere regeling en de achtergrond daarvan, volgt de rechtbank niet het standpunt van verweerder dat hij aansluiting mag zoeken bij de aangehaalde jurisprudentie over overschrijdingen van de aanvraagtermijn in onder meer bijstandszaken. Bij bijstand gaat het namelijk niet om het herstellen van onrecht door de overheid, maar om het effectueren van een recht op een sociale voorziening. Bijstand is een wettelijk recht waarvoor strikte termijnen gelden om de uitvoering overzichtelijk en efficiënt te houden. Daarbij staat het een betrokkene altijd vrij om op een later moment een nieuwe aanvraag in te dienen, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.
Bij de Wht gaat het om een eenmalige aanvraag waarbij het herstel van geleden onrecht centraal staat, zodat een minder strikte benadering van de hardheidsclausule passend is. Dit sluit ook aan bij de beslissing van het kabinet om in gevallen waarin er omstandigheden zijn die een geldige reden kunnen vormen voor een te late aanmelding, te kijken of er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank zal in dit soort zaken waar mogelijk aansluiting zoeken bij de uitspraken van de grote kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven [6] en de conclusie van R.J.G.M. Widdershoven [7] over de verschoonbaarheid van de overschrijding van bezwaar- en beroepstermijnen. In deze uitspraken is geoordeeld dat niet alleen in gevallen waarin de indiener geen enkel verwijt kan worden gemaakt een verschoonbare termijnoverschrijding kan worden aangenomen. Ook als de indiener een slechts gering verwijt treft, kunnen er redenen zijn om een termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Daarbij zal de rechtbank per concreet geval toetsen of, gelet op de aard van deze bijzondere regeling, de mate van termijnoverschrijding en de door de betreffende ouder genoemde redenen de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2025.