Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Poznań(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgment of the District Court in Wągrowiec dated 17 January 2024, referentie: II K 666/23.
4.Strafbaarheid; feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
stole” gebruikt. In de kwalificaties die de uitvaardigende justitiële autoriteit vermeldt staat
“theft”. Gelet op deze bewoordingen leest de rechtbank het EAB aldus dat de opgeëiste persoon de wederrechtelijke toe-eigening van de auto’s wordt verweten. De omstandigheid dat (bij de feitenomschrijving van één van de twee feiten) in het EAB na
“stole”en bij de kwalificaties (van beide feiten) na
“theft”nog wordt vermeld
for short-time usekan daaraan niet afdoen. De feiten zijn dan ook te kwalificeren als diefstallen. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. In het EAB staat verder dat de beide feiten zijn gepleegd terwijl aan de opgeëiste persoon bij rechterlijke uitspraak een ontzegging van de rijbevoegdheid was opgelegd.
5.Artikel 11 OLW; artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Poznań(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.