ECLI:NL:RBAMS:2025:7066
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening woningsluiting op grond van de Opiumwet
Op 26 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de burgemeester van Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de sluiting van de woning van de verzoeker op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester had besloten de woning voor de duur van drie maanden te sluiten, omdat er een aanzienlijke hoeveelheid drugs was aangetroffen tijdens een politie-inval. De verzoeker was het niet eens met dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, oordelend dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk was voor de bescherming van de openbare orde. De voorzieningenrechter benadrukte dat de belangen van de openbare orde zwaarder wogen dan de belangen van de verzoeker, die door de sluiting op straat zou komen te staan. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting van de woning niet onevenwichtig was, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding.