ECLI:NL:RBDHA:2013:19074
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J. Bongers-Scheijde
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van een Ethiopische vreemdeling zonder zicht op uitzetting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2013 uitspraak gedaan in een beroep van een Ethiopische vreemdeling tegen de vrijheidsontnemende maatregel die hem was opgelegd. De vreemdeling was op 25 september 2013 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet. Hij had eerder asiel aangevraagd, maar zijn verzoek was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zicht op uitzetting naar Ethiopië bestaat, ondanks eerdere toezeggingen van de Ethiopische autoriteiten om een laissez passer te verstrekken. De rechtbank oordeelde dat er sinds november 2012 geen laissez passer was afgegeven en dat er geen noemenswaardige diplomatieke ontwikkelingen waren die de situatie zouden kunnen verbeteren. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was, omdat er bij de oplegging van de maatregel al geen zicht op uitzetting bestond. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de bewaring opgeheven en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 2.450,- aan de vreemdeling. Daarnaast zijn de proceskosten van de vreemdeling vastgesteld op € 944,-.