ECLI:NL:RBDHA:2017:3695
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsplicht voor bemanningslid van een schip en de geldigheid van de A1-verklaring
In deze zaak gaat het om de verzekeringsplicht van een bemanningslid van een schip dat in loondienst werkt voor een werkgever in Cyprus. Eiser, die in Nederland woont, heeft in 2013 gewerkt op diverse binnenschepen en is in dat jaar sociaal verzekerd in Nederland. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft een A1-verklaring afgegeven, waaruit blijkt dat de Nederlandse sociale wetgeving op eiser van toepassing is. De rechtbank Den Haag behandelt het beroep van eiser tegen een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die door de Belastingdienst is opgelegd. De Belastingdienst handhaafde de aanslag na bezwaar van eiser. Tijdens de zitting op 23 februari 2017 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de Belastingdienst vertegenwoordigd was door drie personen.
De rechtbank overweegt dat de A1-verklaring bindend is voor de Belastingdienst, ondanks dat er bezwaar is gemaakt tegen de A1-verklaring. De rechtbank stelt vast dat de A1-verklaring geldig is en dat de SVB niet heeft aangegeven dat deze is vernietigd. De rechtbank concludeert dat de Belastingdienst niet kan afwijken van de A1-verklaring en dat eiser recht heeft op een vrijstelling van premie volksverzekeringen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen onterecht is opgelegd, omdat eiser in Nederland belastingplichtig is en recht heeft op verrekening van voorheffing. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, maar biedt de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.