ECLI:NL:RBDHA:2017:6039
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd aan bedrijf wegens overtreding geurvoorschrift in het kader van omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan eiseres is opgelegd vanwege overtredingen van geurvoorschriften die zijn opgenomen in een omgevingsvergunning. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 11 oktober 2016, waarin het college het bezwaar ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres tussen 27 december 2015 en 19 januari 2016 meerdere keren het geurvoorschrift heeft overtreden. De last onder dwangsom was bedoeld om eiseres te dwingen om binnen een week na inwerkingtreding van de last te voldoen aan het geurvoorschrift, met een oplopende dwangsom bij herhaalde overtredingen. Eiseres voerde aan dat er geen actuele overtreding was en dat er geen gegronde vrees voor herhaling bestond, maar de rechtbank oordeelde dat de overtredingen voldoende waren vastgesteld op basis van onderzoeken door de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond.
De rechtbank oordeelde verder dat de last onder dwangsom terecht was opgelegd, ook al was er op het moment van oplegging geen actuele overtreding. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiseres dat de last te ruim geformuleerd was en dat verweerder niet had gehandeld volgens zijn eigen geurbeleid. De rechtbank concludeerde dat de hoogte van de dwangsommen in redelijke verhouding stond tot de zwaarte van de overtredingen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken.