ECLI:NL:RBDHA:2018:2688

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 januari 2018
Publicatiedatum
8 maart 2018
Zaaknummer
C/09/544810 / FA RK 17-9557
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale kinderontvoering en benoeming bijzondere curator in een teruggeleidingsprocedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 8 januari 2018, betreft het een verzoek tot de benoeming van een bijzondere curator in het kader van internationale kinderontvoering. De vader, wonende in Chili, heeft verzocht om de onmiddellijke terugkeer van zijn minderjarige kind, [1. minderjarige], dat met de moeder in Nederland verblijft. De moeder, die met [1. minderjarige] in Nederland verblijft, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek. Tijdens de regiezitting op 4 januari 2018 is de mogelijkheid van crossborder mediation besproken, maar de mediation is niet gestart. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader en moeder de ouders zijn van twee minderjarige kinderen, waarvan [1. minderjarige] in Nederland verblijft en de vader de Chileense nationaliteit heeft. De rechtbank heeft in het belang van [1. minderjarige] geoordeeld dat een bijzondere curator noodzakelijk is, maar heeft het verzoek van de vader om ook voor [2. minderjarige] een bijzondere curator te benoemen afgewezen. De rechtbank heeft mw. drs. J.L. van Wesemael-Smit benoemd tot bijzondere curator en haar opgedragen om de mening van [1. minderjarige] te achterhalen over zijn verblijf in Chili en Nederland. De rechtbank heeft verder bepaald dat de bijzondere curator haar bevindingen uiterlijk twee dagen voor de volgende zitting aan de rechtbank en de ouders moet rapporteren. De beslissing om de benoeming van een bijzondere curator voor [2. minderjarige] af te wijzen, is gebaseerd op het feit dat deze procedure enkel betrekking heeft op [1. minderjarige].

Uitspraak

Rechtbank Den HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 17-9557
Zaaknummer: C/09/544810
Datum beschikking: 8 januari 2018

Internationale kinderontvoering/benoeming bijzondere curator

Beschikking in het kader van het op 15 december 2017 ingekomen verzoek van:

[verzoeker]

de vader,
wonende te [woonplaats] , Chili,
advocaat: mr. A. van Toorn te Rotterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[belanghebbende] ,

de moeder,
verblijvende te [plaatsnaam] ,
advocaat: mr. J.E.C. Verhoeff te ‘s-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift.
Op 4 januari 2018 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader (via een Skype verbinding);
  • de advocaat van de vader en een tolk, de heer [naam] ;
  • de moeder bijgestaan door haar advocaat en mr. R.P.P. Blom.
Namens de moeder is ter zitting het verweerschrift met bijlagen en het F9-formulier gedateerd op 4 januari 2018, met bijlage, overgelegd.
Het betrof hier een regiezitting met het oog op crossborder mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. H.M. Boone. De behandeling ter zitting is aangehouden.
Op genoemde regiezitting is aan de ouders de gelegenheid geboden om een crossborder mediation traject te volgen, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering, teneinde tot een minnelijke regeling te komen. De ouders hebben aangegeven gebruik te willen maken van dit aanbod. Op 4 januari 2018 heeft het Mediationbureau per e-mail doorgegeven dat de mediation tussen de ouders – na de gehouden intakegesprekken – niet is gestart.

Feiten

- De vader en de moeder hebben een affectieve relatie gehad.
- Zij zijn de ouders van de volgende nog minderjarige kinderen:
- [1. minderjarige] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Chili;
- [2. minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Spanje.
- De moeder verblijft met [1. minderjarige] in Nederland.
- Blijkens de uittreksels uit het systeem ingevolge de Wet basisregistratie personen hebben de moeder en [1. minderjarige] in ieder geval de Nederlandse nationaliteit. De vader heeft de Chileense nationaliteit.
- De vader heeft zich gewend tot de Chileense Centrale Autoriteit (CA). Het verzoek van de vader is op 10 augustus 2017 door de Chileense CA verzonden naar de Nederlandse CA. De zaak is bij de CA geregistreerd onder IKO nr. 170115.

Verzoek en verweer

De vader verzoekt – voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad – :
de onmiddellijke terugkeer van [1. minderjarige] te bevelen, althans dat de terugkeer van [1. minderjarige] voor een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum zal plaatsvinden, waarbij de moeder [1. minderjarige] dient terug te brengen naar de plaats van het gewone verblijf in Chili, dan wel, indien zij nalaat [1. minderjarige] terug te brengen, de rechtbank zal bepalen op welke datum de moeder [1. minderjarige] met de benodigde geldige reisdocumenten aan de vader zal afgeven zodat de vader [1. minderjarige] mee terug kan nemen naar Chili;
te bepalen dat de moeder de door de vader gemaakte kosten – waaronder de eigen bijdrage en het griffierecht – vanwege de achterhouding van [1. minderjarige] in Nederland aan hem moet vergoeden, alsmede de kosten die de vader heeft of nog zal moeten maken in verband met de ontvoering en teruggeleiding van [1. minderjarige] , een en ander nader op te maken bij staat.
De moeder voert verweer tegen het verzoek van de vader.

Beoordeling

Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank een bijzondere curator benoemen. De rechtbank acht het, gelet op de aard van de zaak en van de daarin spelende belangenstrijd, in het belang van [1. minderjarige] noodzakelijk een bijzondere curator te benoemen.
De rechtbank zal het ter zitting gedane verzoek van de vader om ook voor [2. minderjarige] een bijzondere curator te benoemen – waartegen de moeder bezwaar heeft gemaakt – afwijzen. Het gaat in deze zaak immers om een beslissing in het kader van een teruggeleidingsprocedure – welke procedure is terug te voeren op een geschil met betrekking tot het ouderlijk gezag – die ziet op [1. minderjarige] . De rechtbank overweegt voorts als volgt. Tussen [2. minderjarige] en [1. minderjarige] bestaat weliswaar ‘family life’ in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens, waaraan [2. minderjarige] het belang kan ontlenen om in gezinsverband met zijn zusje en moeder samen te leven én dit belang kan worden getroffen door de teruggeleidingsbeslissing met betrekking tot [1. minderjarige] . Uit het arrest van de Hoge Raad van 21 mei 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BL7043) volgt echter dat voor broers en/of zussen die tot het gezin behoren geen rechten en verplichtingen voortvloeien uit het ouderlijk gezag over hun broers/zussen en evenmin rechten en verplichtingen kunnen voortvloeien uit de verzorging en opvoeding van hen. Dit betekent dat [2. minderjarige] , op wie het verzoek tot teruggeleiding geen betrekking heeft, niet als belanghebbende kan worden beschouwd in deze zaak.
De rechtbank verzoekt de bijzondere curator de volgende vragen te beantwoorden:
Wat geeft [1. minderjarige] zelf aan over een eventueel verblijf in Chili en een eventueel verblijf in Nederland?
In hoeverre lijkt [1. minderjarige] zich vrij te kunnen uiten?
In hoeverre lijkt [1. minderjarige] de gevolgen van het verblijf in Chili of het verblijf in Nederland te overzien?
Wil [1. minderjarige] met de rechter(s) spreken en zo ja, wenst [1. minderjarige] dat de bijzondere curator daarbij aanwezig zal zijn?
Zijn er nog bijzonderheden naar voren gekomen die van belang zijn voor de te nemen beslissingen?
Van de bijzondere curator wordt verwacht dat deze door gesprekken te voeren met [1. minderjarige] probeert zicht te krijgen op de mening van [1. minderjarige] ten aanzien van het verblijf in Chili en het verblijf in Nederland en vervolgens die mening van [1. minderjarige] naar voren te brengen in deze procedure. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de rechtbank dat de bijzondere curator hierbij de ouders zal betrekken. Het gaat alleen om gesprekken met [1. minderjarige] .
Van de ouders wordt verwacht dat zij volledige medewerking verlenen aan het inplannen en uitvoeren van de gesprekken van [1. minderjarige] met de bijzondere curator. De bijzondere curator kan hiertoe contact opnemen met de ouders via de volgende telefoonnummers en
e-mailadressen:
  • vader: [nummer] [emailadres] ;
  • moeder: [nummer] , [emailadres] .
Van haar bevindingen dient de bijzondere curator uiterlijk twee dagen voor de nader te bepalen behandeling ter zitting van de meervoudige kamer een schriftelijk verslag aan de rechtbank en de ouders toe te sturen. De bijzondere curator licht het verslag zo nodig ter zitting toe.
(alleen opnemen indien kostenveroordeling is verzocht)

Beslissing

De rechtbank:
benoemt tot bijzondere curator over de minderjarige [1. minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Chili (BSN [nummer] ):
mw. drs. J.L. (Lillian) van Wesemael-Smit
Badhuisweg 40
2587 CJ Den Haag
Telefoonnummer 06 44602452
Faxnummer 070 3522247
info@seagale.nl
bepaalt dat de griffier een afschrift van de processtukken, waaronder de zittingsaantekeningen van de regiezitting, aan de bijzondere curator zal toesturen;
bepaalt dat de bijzondere curator uiterlijk twee dagen voor de nader te bepalen behandeling ter zitting van de meervoudige kamer haar schriftelijk verslag aan de rechtbank (per post en per e-mail naar blik@rechtspraak.nl) en de (advocaten van de) ouders dient te sturen;
houdt iedere verdere beslissing aan;
wijst af het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator ten aanzien van [2. minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, tevens kinderrechter, bijgestaan door
mr. M. Verkerk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 8 januari 2018.