Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2018 in de zaak tussen
[eiser] , te [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Van een jongen. [naam] heet hij. Hij is een vriend. Ik ben in zijn huis. Ik ken hem van de straat. Hij is een vriend van een vriend. Zijn telefoonnummer is [telefoonnummer](…)
Ik leerde [naam] kennen, hij ging met vakantie en ik kon voor een paar dagen in zijn huis.
Ik betaal geen huur, ik geef hem gewoon af en toe wat. Bijvoorbeeld 30 euro.
30 euro per dag, ik ben nu 4 dagen hier (…)
Ik zou vanavond weggaan, want dan komt hij terug.
Aan [naam] (…)
Hij weet dat ik hier ben, samen met mijn vriendin.
30 euro per dag.
Aan [naam] , 120 euro.
deze kamer”.