Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het incident tot voeging
3.De feiten
4.Het geschil
fair balancebestaat tussen het algemene belang en de nadelige gevolgen voor een individuele persoon of onderneming. Een fair balance ontbreekt nu er geen redelijk rendement kan worden behaald met de exploitatie van laadpalen door Fastned en Mistergreen.
level playing fieldis daardoor geen sprake. De Staat is gehouden Fastned en Mistergreen in staat te stellen de door hen gedane investeringen terug te verdienen en de kinderjaren van de nieuwe markt goed door te komen. Fastned is een organisatie van openbaar belang met een kleine duizend Nederlandse aandeelhouders. De Staat heeft ook een zorgplicht jegens deze investeerders.
core businessde verkoop van motorbrandstof is. De inkomsten uit de laadpalen zullen voor hen relatief klein zijn. Ook biedt de Staat benzinestationhouders veel verdergaande bescherming dan de bescherming die in deze procedure door Fastned en Mistergreen wordt gevraagd. Alleen de benzinestationhouders mogen immers shops exploiteren. De Staat meet aldus met twee maten.
5.De beoordeling van het geschil
snellaadvoorzieningen door anderen.
concessiehebben verkregen om laadstations te realiseren op bepaalde verzorgingsplaatsen, dat wil zeggen een recht om met uitsluiting van anderen die dienst te verlenen, geldt dat het – nu de Staat dat betwist – aan hen is om dat te onderbouwen. Daar zijn zij naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet in geslaagd. Fastned en Mistergreen verwijzen naar uitlatingen van de Staat rondom de beleidswijziging zoals hiervoor onder 5.2. bedoeld. Die beleidswijziging betekent echter – zoals hiervoor beschreven – slechts dat derden, zoals Fastned en Mistergreen, sindsdien in aanmerking zijn gekomen voor de realisatie van laadpalen op verzorgingsplaatsen. De beleidswijziging heeft dus bedoelde mogelijkheid voor hen geopend. Uit niets blijkt dat de beleidswijziging beoogt om aan derden een
exclusiefrecht te kunnen verlenen voor de exploitatie van laadpalen.
één onderdeelwordt gewijzigd, in die zin dat ook het energielaadpunt als basisvoorziening wordt aangemerkt.
als basisvoorzieningindien reeds een energielaadpunt als basisvoorziening op een verzorgingsplaats aanwezig is.
verplichtingop zich heeft genomen om de aanwezigheid en toegankelijkheid van laadinfrastructuur te verbeteren en te stimuleren. Zoals hiervoor vermeld, is dat slechts een beleidsdoestelling van de Staat.
level playing fieldis en de concurrentiestrijd dus oneerlijk is.
level playing fieldte creëren, waarbij alle betrokkenen gelijke kansen hebben om rendement te halen uit hun investeringen. Daar komt nog bij dat het beleid van de Staat om niet toe te staan aanvullende voorzieningen te realiseren bij een energielaadpunt, berust op afspraken met de benzinestationhouders die dateren van vóór de datum waarop het Fastned en Mistergreen mogelijk werd gemaakt om energielaadpunten te realiseren. Dat de Staat onderscheid maakt tussen Fastned en Mistergreen enerzijds en de benzinestationhouders anderzijds voor wat betreft het toestaan van (nieuwe) shops, wordt gerechtvaardigd door deze afspraken uit het verleden. Fastned en Mistergreen hebben er niettemin voor gekozen toe te treden tot de markt van energielaadpunten. Dat kunnen zij nu niet aan de Staat tegenwerpen.