Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 oktober 2020 in de zaak tussen
International Metal Trading B.V., te Rotterdam, eiseres
het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
vermoedelijk‘
missing traders’”, “
in verband gebracht met btw-fraude” en “
niet altijd (volledig) is voldaan aan de aangifteverplichting van de omzetbelasting”. Voorts wordt geciteerd uit en gerefereerd aan processen-verbaal van de FIOD, waarbij de ondernemingen [naam 46] en [naam 39] in het geheel niet worden genoemd. Of en op welk moment de btw identificatienummers van deze ondernemingen zijn ingetrokken, alsmede hun relatie tot eiseres, kan uit het advies niet worden afgeleid. Ten aanzien van de ondernemingen [naam 43] en [naam 9] kan worden opgemerkt dat eiseres hierop heeft gelist in een periode dat de btw identificatienummers nog wel actief waren. Uit het LBB-advies blijkt niet dat eiseres met deze ondernemingen heeft gehandeld toen deze btw-nummers op een later moment werden ingetrokken en de ondernemingen zijn aangemerkt als ‘missing trader’. Ten aanzien van [naam 40] wordt opgemerkt dat deze “
vermoedelijk de rol van ‘cross-invoicer’ vervult en daarmee een soort ‘missing trader’
is”. Bij aanvang van de handelsrelatie met eiseres had deze onderneming wel een btw identificatienummer. Dat is op 31 augustus 2017 ingetrokken, terwijl eiseres in oktober 2017 nog op deze onderneming heeft gelist. De hiermee corresponderende maandaangifte van eiseres is evenwel niet in het overzicht van verdachte transacties in het LBB advies opgenomen. Enkel ten aanzien van de onderneming [naam 7] volgt uit het LBB advies dat volgens informatie van de Britse belastingdienst het btw identificatienummer reeds was ingetrokken ten tijde van de aanvang van de handelstransacties met eiseres.